Waarom moslims dromen dromen (en veel westerse mensen… niet?)
De imam die evangelist voor Jezus werd
Gisteren was het weer zo ver: ons intervisiegroepje met Broeder S. (ik noem zijn naam nu om veiligheidsredenen niet). Hij verbaast ons (drie dominees) elke keer weer hoeveel contacten onze vriend heeft. Maar het is dan ook zijn werk, zijn leven.
Ooit was hij imam. Als imam nam hij zich voor de christenen te bestrijden. Daarom bestudeerde hij de Bijbel, om daarin fouten te ontdekken. Maar op een dag hoorde hij terwijl hij onderweg was in de auto een stem: jij moet Isa prediken! Hij schrok enorm, reed door naar de moskee en preekte als altijd, vanuit de Koran. Een jaar later gebeurde het opnieuw, die stem die zei: jij moet Isa prediken! Plotseling was hij ervan overtuigd dat Jezus hem riep! Hij ging naar de moskee en preekte Jezus!
Dat leidde tot hevige protesten, en zelfs haat. Hij belandde in de gevangenis. Daar werd hij opgezocht door christenen die hem eten brachten. Eén van hen was een vrouw, zijn latere echtgenote. Via haar contacten kwam hij vrij en vluchtte hij naar Nederland. En daar doet hij nu al jaren niets anders dan Isa verkondigen, samen met zijn vrouw. Overal waar hij komt spreekt hij moslims aan, bevraagt hen over hun geloof en over hun kennis van de Koran. En zo komt hij in gesprek met velen. Heel wat zijn er inmiddels christen geworden. Want als je met Broeder S. spreekt, gaat er wat met je gebeuren.
Wat hij ons telkens weer vertelt is dat veel moslims na één of twee gesprekken een droom krijgen. In die droom ontmoeten ze Jezus. Na zo’n droom zijn ze overtuigd: ik wil Jezus volgen. Hoe zit dat met die dromen? Waarom krijgen veel blanke West-Europese mensen zulke gezichten niet? Of gebeurt het bij hen ook, maar horen we er nog te weinig van?
Jongeren die dromen en Jezus zien
In de Bijbel lezen we: “Aan het einde der tijden, zegt God, zal ik over alle mensen mijn Geest uitgieten. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten” (Handelingen 2,17). Broeder S. vertelt: blanke West-Europeanen ontmoeten Jezus anders dan veel moslims. Veel jongeren in de islamitische wereld zijn bezig zich af te keren van de Islam. Ze zijn teleurgesteld, vanwege aanhoudend geweld, het gebrek aan vrijheid om je eigen mening te hebben en te uiten, het onderdrukkende klimaat. Bij christenen zien ze vrede. Zo gaan ze op zoek. Komen ze dan in gesprek met een christen als Broeder S., dan voelen ze een intense honger naar meer. Een verlangen naar die vrede, die vrijheid en rust. Kom je in gesprek met hen, dan voel je die hunkering. Onmiddellijk begint het proces van zoeken naar Jezus. En vaak, heel vaak, komt Jezus dan zelf naar hen toe. Ze zien hem en ze horen hem spreken: kom, volg mij, en je vindt vrede.
Bestaat niet, zeggen veel West-Europese mensen, ook christenen. Wij zijn zo verlicht, in onze cultuur geen plaats voor dit soort fantasie… Ja, maar wat betekenen dan die woorden uit Handelingen 2? In Marcus 16 zegt Jezus, dat “degenen die tot geloof zijn gekomen, herkenbaar zullen zijn aan deze tekenen”. Dromen of visioenen worden daar niet specifiek genoemd, wel andere indrukwekkende verschijnselen. Het is echter wel belangrijk te begrijpen waarom die tekenen verschijnen, en wanneer. Er staat niet, dat álle gelovigen die dingen zullen doen en ervaren. Dat wordt door veel christenen wel zo gezegd, maar dan lezen ze niet goed. Het is, als je geen grondtalen van de Bijbel leest, minstens verstandig om verschillende vertalingen te vergelijken. Dan kom je vaak wel achter de essentie. Er staat daar niet, dat alle gelovigen die dingen zullen doen of beleven. Er staat wel, dat die tekenen degenen die tot geloof komen zullen volgen. Niet zij doen dit, iemand anders doet het. Dat blijkt ook wel uit het vervolg in Marcus 16, in vers 20, als verteld wordt hoe de apostelen de wereld in trekken en wat er dan gebeurt. Daar staat in de grondtaal precies dezelfde uitdrukking. In de NBV: “de tekenen die ermee gepaard gingen”! Of ‘volgden’! En hier, in vers 20, wordt zelfs volledig helder, dat niet die gelovigen zelf dit doen, maar iemand anders: “De Heer hielp hen daarbij (bij die verkondiging van het grote nieuws) en zette hun verkondiging kracht bij met de tekenen die ermee gepaard gingen”. Tekenen dus, die gepaard gaan met de verkondiging.
En dat ‘makes sense’, als het gaat om die dromen of gezichten die veel moslims zien. Stap 1 is: er wordt hen verteld over Jezus. Stap 2: Jezus verschijnt zelf aan hen, en zegt: kom, volg mij. Stap 3: ze zijn overtuigd, ze willen hem nu volgen. Dat is precies wat Jezus bedoelde in Marcus 16 (en Petrus in Handelingen 2!). Hij is het dus, die de verkondiging kracht bij zet, met tekenen en wonderen.
Het zit ook in dat woord tekenen. Een heel speciaal woord in het Nieuwe Testament, dat telkens opduikt als mensen overtuigd moeten worden. Jezus leert en onderwijst de mensen, zijn tekenen zijn illustraties of bewijzen van wat hij zegt. Signalen, die verwijzen naar hem en de waarheid van zijn woorden onderstrepen. Veel christenen verlangen naar tekenen en wonderen. Maar waarom, waarvoor? Om zelf een kick te ervaren? Daar zijn ze nou net niet voor bedoeld! Ze zijn bedoeld om mensen die op zoek zijn te overtuigen. Ze zijn bedoeld als versterkers van de boodschap! Ze zullen altijd verschijnen waar de kerk haar missionaire opdracht aan het vervullen is.
Ook rationele West-Europeanen!
Kunnen ook mensen die niet uit de islamitische wereld komen, westerse Europeanen en zo, zulke dingen ervaren? Wel degelijk! Ik heb het een enkele keer meegemaakt, niet vaak maar toch. En ook Broeder S. vertelt erover. Een man, getrouwd met een vrouw die moslim was maar nu christen (naam en plaats etc. vertel ik hier niet), wilde ‘al die onzin’ niet geloven. Hij stond er niet voor open, omdat hij alleen kon aanvaarden wat wetenschappelijk bewezen is en vast staat. Zoals het gros van de mensen hier in Nederland. Wat je niet kunt zien bestaat niet, zo eenvoudig is dat. Dan sta je echt niet goed voorgesorteerd om Jezus te leren kennen. Dan ben je afwijzend, vooringenomen. Broeder S. zegt: westerse mensen leven in een cultuur waarin kerk en geloof prominent aanwezig waren. Ze zijn er al mee bekend, maar wijzen het af, min of meer bewust. Ze gaan in elk geval niet op zoek, omdat ze die mogelijkheid bij voorbaat niet aanvaarden. En door hun rationele houding en denkwijze staan ze ook niet zo maar open voor die wonderlijke verschijnselen.
Die verschijnselen doen zich ook pas voor als je op zoek gaat, als er met je gesproken is over Jezus Christus en je toch, misschien tegen wil en dank, nieuwsgierig begint te worden. Broeder S. ontmoette die man, sprak met hem, en de afwijzende zekerheid van de man was toch begonnen te wankelen. Dat bleek ook wel, want ’s nachts kwam Jezus naar die man toe! Volg mij, was weer de boodschap. Hoe het verder gaat met de man, weet ik nog niet, maar spannend is dit wel!
Het doet me denken aan een gepassioneerde jonge vrouw die ik ooit ontmoette. Ze kwam met haar vriend mee naar de kerk, hij was gelovig opgevoed en zij moest dus mee. Ze voelde zich ongelukkig en ongemakkelijk daarmee, want het was niet haar keus. Ze kwamen bij me op gesprek. Het eerste wat ik zei was: stop met naar de kerk gaan! De jongeman was verbaasd, maar zij slaakte een zucht van verlichting. Vervolgens kregen we om de week de meest intense gesprekken over Jezus! En wat was zij, vooral zij, hongerig en leergierig! Maar elke keer zei ze: ik wil echt niet gaan geloven, als je dat maar niet denkt hoor!
Op een dag kwam ze weer. Ze had een vraag. Op de school waar ze werkte, in een ‘achterstandswijk’, vloekten veel kinderen als ketters. Ze wist zich daar niet goed raad mee. Moet ik daar iets van zeggen?, vroeg ze. Hoezo, zei ik (alsof ik het niet al lang vermoedde; maar ik heb geleerd: doorvragen!). Nou, zei ze, doe ik er niet aan mee, als ik er niks van zeg? Wat zeg je daar, zei ik. Wat gebeurt hier?! Ze kreeg een hoofd als vuur: Ben ik nu verdorie toch gelovig aan het worden…?? Ik zei: Ik denk het toch van wel ja. Waarom heb je er last van, dat die kinderen vloeken? Dat zou je niet hebben, toch, als…
Dit verhaal vertel ik om duidelijk te maken hoe wij westerse mensen vaak afwijzend zijn tegenover Jezus. Maar als hij het wil, zal hij bij je binnen komen! Daar doe je niks tegen. Dus laten er maar veel gesprekken plaatsvinden en Alphacursussen. En je zult het zien: Jezus doet de rest. Of, zoals Broeder S. het vanmorgen zei: de mensen moesten de steen voor Lazarus’ graf wegrollen, maar Jezus zei “Lazarus, kom naar buiten”, en hij kwám naar buiten. Mensen moeten doen wat mensen kunnen, God doet wat hij alleen kan! Hij kiest zijn manieren en wegen om harten te veroveren!
Ja Klaas, ook ik ben steeds weer onder de indruk als ik broeder S. zie. En dan zegt hij: Niet ik doe het, Jezus was me al voor. Ken je het boek ‘De dag dat ik Jezus ontmoette’ (Charlotte Rorth), N.B. geschreven door een Deense ongelovige wetenschapsjournalist. Je hebt helemaal gelijk, maar jaloers wordt ik er wel eens van. Hoop jullie volgend jaar weer eens te zien.