Jezus het lam met leeuwenkracht – Preek over Openbaring 5, vers 5 en 6
“Alles van waarde is weerloos”: een overbekende regel uit een gedicht van Lucebert. Zo bekend, dat die zin een eigen leven is gaan leiden. En toch is het geen goedkoop cliché. Het is en blijft waar: wat waardevol is, is kwetsbaar; een bloem, een baby. Zo laten deze woorden iets zien van het evangelie. Gods eigen Zoon werd een kwetsbare mens en liet zich slachten als een lam. En juist zo is hij de overwinnaar.
Jezus: het Lam met Leeuwenkracht
Wie is waardig…
Is Openbaring een lastig Bijbelboek? Niet de uitleg is het lastigste, met kennis van het Oude Testament kom je een heel eind. Er is wat anders wat het lastig maakt. Probeer heel Openbaring maar eens achter elkaar door te lezen. Dan merk je: dit is geen lectuur om onderuit gezakt op de bank te lezen. Openbaring is profetie, commentaar bij het wereldnieuws. Het gaat over een stervende wereld, de kwade machten die ten onder gaan. Ook voor wie gelooft is dit Bijbelboek angstaanjagend.
Maar Openbaring is ook een boek van hoop. Want het gaat over Gods overwinning, over God die als Koning gaat verschijnen. De oude wereld gaat ten onder, maar dan komt Gods nieuwe wereld tevoorschijn. Meteen aan het begin van Openbaring wordt dat al duidelijk. Daar zie je Jezus verschijnen als de overwinnaar, de Heer die alle macht heeft. En hij is er bij, elk hoofdstuk, in elk visioen, als al die verschrikkingen gebeuren. Als de regisseur, die Gods plan gaat uitvoeren.
Maar… in hoofdstuk 4/5 gebeurt er nog niets. Het enige wat Johannes (en wij met hem) te zien krijgen, is een troonzaal. Vier dierachtige wezens, zij verbeelden Gods schepping. En vierentwintig oudsten op tronen, zij zijn de geloofsveteranen. Ze vertegenwoordigen Gods volk, van Oude en van Nieuwe Testament. En wat doen zij: ze aanbidden God op zijn troon, dag en nacht, tot in alle eeuwigheid.
Alleen, nogmaals, er mist nog iets, of beter… íemand: waar is de hoofdpersoon? Het eerste deel van het visioen eindigt met een vraag die door de hemel galmt. En die daar blijft ‘hangen’. God op de troon houdt een boekrol in zijn hand. Maar die is verzegeld, met zeven zegels: zeven koninklijke stempels of waarmerken. Aan het eind van die eerste scène voel je de spanning: er moet iets gebeuren. Er moet iemand komen, om de volgende stap te zetten. Die boekrol bevat Gods geheime plan. Maar hij wil niet dat het geheim blijft. Dat is wat ook de naam Openbaring betekent : God wil zijn geheim bekend maken. Dus het wordt tijd dat die zegels verbroken worden; dat wat op de rol staat gaat gebeuren.
Maar wie, roept die engel, wie mag dat doen…? En dan wordt het stil: er komt niemand naar voren. Hemel en aarde worden afgezocht; nergens is diegene te vinden. Al lezend voel je de spanning stijgen: wie is waardig, wie krijgt de regie…?
Wat is sterk, wat is zwak?
Johannes huilt. Voel je hoe dramatisch dit is? Gods plan om de wereld tot een goed einde te brengen kan niet verder… Waarom roept de verteller deze spanning zo op? Om te laten voelen dat degene die Gods boek gaat openen letterlijk een redder is.
Eén van die vierentwintig geloofsveteranen legt dat uit: Johannes, huil niet… De Leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, hij mag de boekrol openen! Titels die verwachtingen wekken, namen zwaar van oudtestamentische beloften!
De Leeuw van Juda, zo zegende vader Jakob zijn zoon Juda, de vader van de koningsstam (Gen. 49): Juda (…), sterk als een jonge leeuw ben jij (…). In Juda’s handen zal de scepter blijven (de koningsstaf), totdat hij komt die er recht op heeft, die alle volken zullen dienen. Wie is dat, diegene “die er recht op heeft’, die ‘waardig’ is…? Wie is die vorst uit Juda’s stam, hier in het eerste Bijbelboek al aangekondigd..?
Dezelfde die ook heet telg van David. Ook daarin klinken oude profetieën door (uit Jesaja, Jeremia, Zacharia). Het woord telg wordt soms ook vertaald als twijg, uitloper uit een dode stam. Jesaja profeteerde: uit de vergane glorie van Davids koningshuis komt een nieuwe koning. Een nieuwe loot aan de dode stam.
Die oudste in de hemel kent zijn klassieken. Hij doet heilige boeken open, oude profetieën die in vervulling gaan. Huil niet, zegt hij, er is een overwinnaar, de lang beloofde messias. Hij heeft de macht, de bevoegdheid, om Gods plan uit te voeren.
En dan…? Je verwacht nu die leeuw, dat koninklijke dier. En wat ziet Johannes: een lammetje…! En nog verminkt ook: alsof het geslacht was… In de visioenen hierna zie je gruwelijke monsters opstaan. Legers met bloeddorstige strijders. En nu staat hier een onschuldig lammetje. Gaat God daar de oorlog mee winnen? Raar maar waar: dat is wat hij gaat doen. Want als je goed kijkt, is dat lammetje helemaal niet zo kwetsbaar. Het heeft zeven horens en zeven ogen. Horens zijn in de Bijbel teken van kracht. En die ogen worden hier uitgelegd: de zeven geesten van God die over de hele wereld zijn uitgestuurd (Gods Geest met volle kracht!). Dit lam is niet alleen gewond, nee, zijn horens en ogen laten zien: hij heeft overwonnen!
Alleen, hoe? Niet met grof geweld, met wapens en legers. Nee, zijn overwinning is een vreemde, wonderlijke overwinning. Dit lam doet denken aan het lammetje dat de Israëlieten slachtten in Egypte (Ex. 12). Waarvan het bloed hen beschermde tegen de doodsengel die rondwaarde. En aan Jes. 53, over dat lam dat zich liet slachten, om onze zonden. Dit lam haalde de overwinning op de satan en het kwaad. Maar wel heel vreemd: door zich te laten slachten. Hij wint door… te verliezen…
Wat is nu eigenlijk sterk, en wat zwak? Wat wil jij zijn: een lam, of een leeuw? Hoe wil jij dat mensen jou zien? Wij willen graag iemand zijn met wie mensen rekening houden, dat zit diep in ons. Niemand wil, dat er met je gesold of over je heen gelopen wordt. Je moet je eigen grenzen goed bewaken, wordt ons geleerd. Maar of we daarmee altijd dichter bij elkaar komen…? Ik geloof ook, dat de meesten van ons willen leven vanuit liefde. Je wilt je geven, je weet: dat is de sleutel tot diepere relaties. Je neemt je voor de minste te willen zijn. Tegelijk vinden we dat vreselijk lastig, het lukt me vaak niet echt. Die zelfopofferende liefde, sleutel tot echte verbondenheid, die heb ik niet in me. Ik probeer het, maar zo gauw zit er ook iets op mezelf gerichts in.
En ook in de wereld zie je die echte liefde vaak niet. Daar geldt het recht van de sterkste, van de macht, geld, dwang en geweld. (Voorbeelden uit het actuele nieuws). Of zoals in de politiek, mensen die iemand met een andere mening zwart maken. Zo wordt de wereld geen betere plek, zo vinden mensen elkaar niet. Dus wat is nu sterk, en wie is zwak? En hoe wil jij zijn?
Het lam met leeuwenkracht, hij wint!
Eerst krijgt Johannes te horen: de Leeuw van Juda heeft overwonnen. Het volgende moment ziet hij een lam. Een lam waarvoor die oudsten en die dierwezens zich neerwerpen en het aanbidden. U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken (…). U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde!
Dat is het geheim van dit lam. Dat lam is Jezus Christus, hij overwon de duivel, kwaad en dood. Door zelf die dood te sterven, maar daaruit terug te keren, op te staan! Wie wil er bij hem horen? Dan moet je zelf ook klein worden, nederig. Zo wint God: door mensen die zich klein maken voor hem, door voor hem te buigen. Want wie buigt, wordt klein. En wie klein wordt staat op: als een koning, als een priester. God zet kronen op de hoofden van mensen die nederig en klein worden. De omgekeerde wereld!
Alles van waarde is weerloos. Je ziet het ook zo mooi als er een baby gedoopt wordt. Dat kind kan zelf niets, alleen slapen, eten, huilen en lachen. Wat zijn ze kwetsbaar, afhankelijk! En toch komt God nu al met zijn liefde naar ze toe. Zonder dat ze er zelf voor kiezen, kiest God hen, kroont hij hen. Zo zijn ze toch sterk! De grote God laat zich in het kleine zien! En zo zijn wij allemaal: geen mens kan zelf zijn eigen leven redden. Daarvoor liet dit lam zich slachten, zo werd hij de leeuw van Juda.
Wat wil jij zijn: een leeuw of een lam? Sta jij in de wereld als iemand die niet met zich laat sollen of als mens die de minste kan zijn? Natuurlijk is dat niet altijd een tegenstelling. Maar je snapt, het gaat erom: hoe wil je zijn, wie volg jij? Soms merk je in het leven, dat je zelf geen enkele grip hebt op de dingen. Je voelt je kwetsbaar, eenzaam, of bang. Maar zulke ervaringen kunnen je ook leren je over te geven aan het Lam met leeuwenkracht. Dat is nou geloven: het Lam met leeuwenkracht volgen. In het vertrouwen dat je alleen met hem de strijd zult winnen. Laten wij allemaal mensen zijn en worden, die zich met liefde geven. En die hemelse lofzang leren zingen: Het lam dat geslacht is, komt alle macht, rijkdom en wijsheid toe, en alle kracht, eer, lof en dank!
Amen.
Openb. 5, 5-6 Openb. 5, 5-6 Openb. 5, 5-6 (met de kinderen) Openb. 5, 5-6 (liturgie) Openb. 5, 5-6 (liturgie)