Je bent opgewekt! Sta dus op! – Preek over Kolossenzen 3, 1-4 (Hemelvaartsdag)
Hemelvaartsdag, wat zegt je dat? Pasen is het feest van de overwinning van de Heer. Op Pinksteren zie je, hoe die overwinning verder gaat. In een wereldwijde gemeenschap van nieuwgeboren mensen. Hemelvaartsdag is de schakel tussen die twee. Tussen de overwinning van Pasen en de geboorte van de kerk op Pinksteren. Hemelvaartsfeest knoopt Christus’ overwinning en die van ons aan elkaar. Heel mooi zijn die twee verbonden in Kol. 3.
Je bent opgewekt! Sta dus op!
Wees: 1. Gericht op Christus; 2. Geborgen in Christus; 3. Overwinnaar met Christus.
1
Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is. Dat is geen oproep om opgewekt te wórden. Je zou dit zo weer kunnen geven: “nu u met Christus opgewekt bent, laat dat dan ook zien, doordat je gericht bent op wat boven is, op Christus”. Dat is dus een feit, een gegeven: je bént opgewekt.
Dat heeft te maken met je doop (Paulus sprak daarover in 2, 11/12). Ben je gedoopt, dan ben je één met Jezus. Misschien sta jij daar nooit zo bij stil. “Prima dat ik als kind gedoopt ben, maar wat zegt dat me nú?” Ja, en toch heeft God jou toen met Jezus verbonden, bij jouw doop! Jongeren in de kerk, misschien heb je heel veel vragen. Misschien denk je: ik weet het allemaal niet zo, of ik wel kan geloven. Er zal wel een God zijn, maar met God verbonden…? En toch zeg ik: je bent gedoopt! Toen jij gedoopt werd, zei God: voortaan hoor je bij mij. Het is zelfs nog sterker, God zei: jij bent één met mij, één met Jezus Christus. Dat voel je misschien niet zo, je hebt er zelfs niet eens om gevraagd. En toch is dat het wat God tegen jou zegt. En tegen ons allemaal: jij/u bent verbonden met Christus. En daarom ben je ook met hem opgewekt. Ben je één met Jezus, dan gebeurt met jou het zelfde als met hem. Geloof je dat?
Met Pasen is er echt iets nieuws begonnen. Pasen is niet maar een verhaal dat vroeger gebeurd is. Pasen is iets wat nú gebeurt. Jezus’ nieuwe leven is jouw nieuwe leven. Een leven van geloof, liefde, toewijding aan God.
Ja, maar wacht even, denk je misschien. Dat is nog altijd wel mijn eigen keus! God liefhebben en dienen, dat doe ik als ik het wil, zelf. Precies! Dat klopt, juist daarom is het zo mooi en krachtig, dat Paulus dit zo zegt. Hij zegt gewoon: het is zo, je bént met Christus opgewekt. En daar verbindt hij dan die oproep aan: als dat nu zo is, geloof het dan ook! Laat tot je doordringen dat het zo ís! En: wees dan ook gericht op Jezus.
Aan de ene kant dus: het is zo. En tegelijk: doe er dan ook iets mee. Dus tegelijk een oproep om je in te zetten, in actie te komen.
Streven, zegt hij: focussen op Jezus, je hart op hem zetten. Gericht op wat boven is, dat is niet met je hoofd in de zevende hemel. Nee, het is je uitstrekken naar Gods koninkrijk, zijn nieuwe wereld. In alles laten zien, dat jouw doel niet hier ligt. Niet in werk, opleiding, een huis of gezin, geld verdienen, populair zijn op FB. Ben je verbonden met Jezus, dan wil je steeds meer wat hij wil. God eren, je naaste dienen, zijn als Jezus, in respect en eerlijkheid. En nog veel meer: wat dat allemaal in de praktijk inhoudt, volgt in de rest van dit hoofdstuk. Pasen heeft boven beneden gebracht. Wat boven is, is niet langer vaag en ver weg, onwerkelijk en onhaalbaar. Jezus zit op de troon daarboven, dan wordt alles anders hier beneden. Jij wordt anders. Je antenne is gericht op hem. Je gaat leven vanuit hem, als een bron. Zijn liefde en vrede, zijn vriendelijkheid en geduld, zijn vrijheid en zelfbeheersing. Die worden ook in jou steeds meer zichtbaar. “Gericht op wat boven is”: dat helpt je a.h.w. overeind. Je staat op, strekt je armen uit naar wat God geeft. God wordt steeds groter voor jou. Telkens als je op hem vertrouwt. Telkens als je probeert zijn wil te onderscheiden, zijn roeping voor jouw leven. Telkens als je jezelf daar gehoorzaam aan toevertrouwt. Dat is opstaan: opgewekt zijn om nu ook zelf op te staan.
Augustinus zegt: “Heer, U voer voor onze ogen naar de hemel en we keerden met verdriet terug, om u terug te vinden in onze harten”. Dat is Hemelvaartsfeest, Jezus die tegen jou zegt: laat me nu maar los, ik heb iets beters. Mijn hart in jouw hart.
2
Verbonden met Jezus ben je niet alleen opgewekt, maar ook gestorven. Je krijgt een nieuw leven, je verliest je oude leven. Weer grijpt Paulus terug op hoofdstuk 2, waar hij zei: Toen u gedoopt werd bent u immers met hem begraven.
De doop is hét logo van het christelijk geloof. En die doop betekende, dat je toen gestorven en begraven werd mét Christus. Niet letterlijk gestorven, maar wel ben je toen bevrijd van je oude leven. Van je zondige ik: van liefdeloosheid, haat, bitterheid, verslaving. Dat heeft allemaal geen macht meer over je.
Herken je dat? Vaak heb je het gevoel, dat dat oude leven nog springlevend is. Dat verkeerde gedachten, gevoelens en daden je nog flink in hun greep kunnen hebben. Wat val ik mezelf vaak nog tegen! Er is nog steeds van alles buiten Christus wat nog zo enorm aan mij trekt en zuigt! Heeft dat allemaal geen macht meer over me? Ik wou dat ik dat geloven kon…
Ja, en toch zegt de doop: niets heeft meer macht over jou! Dus laat al het aardse los: verkeerde verlangens, gulzigheid, gebrek aan zelfbeheersing. Dat moeten we allemaal loslaten, begraven, doden. Hier staat dus eigenlijk: ben je gedoopt, dan ben je gestorven. En ben je gestorven, sterf dan ook echt, elke dag! Zo moet je je leven zien: opgewekt, gestorven.
Geloof ik, ik ben opnieuw geboren, dan voel ik dat nieuwe leven, uit Christus. Dan moet ik ook geloven, dat ik gestorven ben, dat mijn oude leven geen macht meer heeft. En als ik dat erken, voel ik ook dat mijn oude ik het gaat verliezen. Gestorven en opnieuw levend, dat is de doop, dat is verbonden zijn met Jezus.
Als je op FB zegt wat je aan het doen bent, hoe ziet je leven er dan uit? Dat je aan het sporten bent, of heerlijk gegeten hebt? Dat je uit bent met vrienden? Leuk allemaal, natuurlijk. Maar als je je leven nu eens bekijkt vanuit je doop. Dan vertel je wat anders: dat het leven dat er echt toe doet, Christus’ nieuwe leven is.
Dat leven is verborgen, zegt Paulus. Jouw leven heeft dus iets van een geheim, een mysterie. Iemand heeft eens gezegd: “De wereld kent Christus niet, en ook de christen niet. Sterker nog: zelfs christenen kennen zichzelf niet ten volle.” We kennen ons leven als christen niet ten volle: omdat het verborgen is, in God. Als een schat in een kluis, als geld op de bank.
Verborgen, dat is ook: ge-borgen, veilig! Want jouw leven is Christus, Christus zelf. Leef je op hem gericht, één met hem, dan is je echte leven niet meer hier. Dan is jouw leven, je echte leven, boven, in Christus. Anders gezegd: het hoofd Jezus is boven, het lichaam hier beneden, wij, dus ook al. Je ziet dat nog niet ten volle, ook anderen zien dat nog niet altijd aan je. Zoals het koninkrijk van God er al echt is, maar niet helemaal al zichtbaar. Het is een geheim, iets wat je in geloof ontdekt en steeds meer weet.
3
En dat geheim, het diepste van dat geheim, is Christus. Hij is mijn leven, mijn alles. Ik zet alle kaarten op hem. Daarom leef ik in verwachting. In mij is een heel sterk verlangen geboren. Naar een nieuw leven, naar de ontmoeting met Jezus. Niet alleen maar omdat ik denk: dan wordt alles beter. Nee, het is nog veel sterker: het wordt niet alleen beter, Jezus is álles! Hij is uw leven, zegt Paulus.
Dat is net zoiets als wanneer David zegt in Psalm 63: Uw liefde is beter dan het leven. Het leven: dat is je werk, je huis, je carrière, je gezin, familie, partner. Zo praten we erover, net als alle andere mensen. Maar ben je gedoopt, dan leer je zeggen: niet ik leef, maar Christus leeft in mij (Galaten 2,20). Zoals we bij het avondmaal zeggen: “wij zoeken ons leven buiten onszelf in Jezus Christus”. Jouw leven, dat is niet meer je aardse bestaan, vrienden, familie, werk. Jouw leven, dat is nieuw hemels leven dat in jou geboren is, de Geest van Jezus. Wat is jouw lust en je leven: sporten, vakantie, lekker eten? Ben je verbonden met Jezus, dan is hij je alles.
Misschien vraag je je af: hoe kan ik zo leven? Nogmaals: door zo aan je doop te denken. Door de doop sta ik aan de andere kant van de streep. Mijn oude ik sterft, mijn nieuwe ik leeft, geworteld in Christus. Niets doet er meer toe, alleen hij. Dan leef ik wel hier, maar anders, nieuw. Dat wordt in het vervolg nog wel verder uitgewerkt. Wat dat betekent voor hoe ik leef, werk, met anderen omga. Maar het betekent ook, dat ik Christus’ overwinning al zie. Dat ik steeds sterker verlang naar zijn eeuwige glorie. Want zijn glorie, zegt Paulus, is uw glorie. Als hij verschijnt, zul ook jij verschijnen: ter wereld komen. Als een nieuw geboren kind: stralend, schitterend.
Amen
Kol. 3, 1-4 (2017) Kol. 3, 1-4 (2017) Kol. 3, 1-4 (handout)