De Bron is van de Heer – preek over Johannes 4, 28-30 (i.v.m. Week van Gebed 2015)
De bron is van de Heer, hij alleen is de Gever van het levende water. In het bijzonder de verzen 28-30 hadden daarbij de aandacht.
DE BRON IS VAN DE HEER, HIJ IS DE GEVER VAN HET LEVENDE WATER. Daarom hebben we allen dezelfde bron nodig (1); Heeft niemand de bron als enige (2); En zijn we allen geroepen de bron te delen (3).
1.
Deze week hebben we in elke gebedssamenkomst, telkens in een andere gemeente, dit gesprek gevolgd, stap voor stap. Nu naderen we de ontknoping. En wat mij zo treft, is de vreugde van de vrouw bij de put. Het gesprek met deze bijzondere rabbi heeft misschien nog geen half uur geduurd. Maar in dat halfuur is haar leven totaal veranderd. Ik vind het zo mooi wat je hier leest: ze laat haar kruik staan! Ze vergeet volledig waarvoor ze gekomen was: water halen. Er is nu iets wat veel belangrijker is in haar leven. Belangrijker nog dan fris water! Ze rent weg, en de mensen die ze gemeden had die zoekt ze nu juist op. En óf ze veranderd is: zonder schaamte durft ze haar dorpsgenoten weer recht aan te kijken!
Wat is er veranderd? Nou, hoor wat ze zegt: Er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn? Hoe is dat voor u, voor jou, mijn broeder en zuster? Weet jij dat jouw sporen op internet niet meer uit te wissen zijn? Dat al je zoekopdrachten, alle websites die je bezoekt, geregistreerd staan? Akelige gedachte, of niet? Maar als christen weet jij toch dat dat zo is: er is iemand die alles van je weet!
Beangstigend? Voor deze vrouw niet! Hoezo niet? Omdat haar leven, inclusief haar verleden waarover de mensen fluisteren, bij Jezus veilig is! Er is één moment in dit gesprek dat je bijna denkt: poeh hé, staat die even te kijk! Dat is als Jezus zegt: ga je man halen. Want dan gebeurt het: ik heb geen man, moet ze ineens eerlijk opbiechten. Klopt, zegt Jezus, je hebt er wel vijf gehad, en met wie je nu samenleeft, die is je man niet!
Voelt de vrouw zich in haar hemd gezet? Totáál niet! Deze rabbi doet dat niet, hij zoekt naar haar diepste drijfveren en gevoelens. Hij wil dit geschonden hart helen, dat kapotte leven herstellen. De vrouw voelt dat: Heer, u bent een profeet! Het volgende moment zie je haar naar haar dorp rennen. Kom mee, er is iemand die alles van mij weet!
Wat bedoelt ze? ‘Iemand die alles van haar weet’, en… haar toch niet afwijst! Iemand die alles weet: haar hele levensgeschiedenis, haar zonden, haar angsten. Haar gebrek aan eigenwaarde, aan zelfvertrouwen, aan erkenning. Wie was zij: een vrouw door vijf mannen gedumpt, met de zesde zelfs maar niet eens meer getrouwd. Niet gewenst, niet gewaardeerd, niet geliefd. Nu is hier iemand die alles van haar weet, én… haar aanvaardt! Als een waardevolle mens, een prachtige persoon! Door God gezocht en geliefd!
Er is een boekje dat heet: “Wat zou Jezus tegen Madonna zeggen?” Madonna, sekssymbool, artieste voor wie niets heilig is, wat zou Jezus tegen haar zeggen? Ja, wat zegt hij tegen u, jou? Dit: kom bij mij, mijn kind, en kom thuis! Drink het levende water, met volle teugen!
We zijn hier samen met vele gelovigen uit verschillende kerken. Week in week uit gaan we gescheiden wegen. Maar niemand van ons kan buiten deze bron. Ik was van de week in de gebedsdienst bij de Pinkstergemeente, hier vlakbij. En wat broeder Kok zei raakte me: we drinken allemaal uit dezelfde bron! Er zijn veel verschillen, en blijkbaar kunnen we die nog niet zo maar wegwerken. Maar is het geen teken van hoop als je samen belijdt: de bron is één? Geen mens hier kan zonder de liefde van deze Heer, die zich over je ontfermt. Die alles van je weet en je toch liefdevol omarmt.
2.
Er is iemand die alles van mij weet!, roept de vrouw. En dan, wat zegt ze dan…: Zou dat niet de messias zijn?! Prachtig, niet? Haar grote ontdekking: hij moet wel de beloofde zijn. Wat voor krom en verdraaid geloof de Samaritanen hadden, dit wisten ze. Eens komt de beloofde Messias. Zo hadden ook de Samaritanen het hart van het geloof van Israël bewaard. Dat hart, dat zelfs veel Joden allang kwijt waren. Jezus zelf zegt één hoofdstuk verder tegen de joodse Bijbelgeleerden: Jullie bestuderen de Schriften en denken daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen van mij, en toch willen jullie niet bij mij komen en leven ontvangen. De kern van de Bijbel, juist van het Oude Testament, is de messias die je het leven geeft. Juist daarom was dit gesprek begonnen: Als u eens wist wat God wil geven en wie het is die u om water vraagt, dan zou u hem er om vragen en hij zou u levend water geven.
Levend water: dat is het eeuwige leven dat alleen de messias, gezalfde van God, geven kan. Want hij gaf zelf zijn leven, aan het kruis. En hij stortte zelf dat leven uit op ons, door zijn Geest. Ja, hij onthult hier wie hij is! Niet zo maar een joodse man met dorst bij een waterput. Maar de Zoon van God zelf, de beloofde, de Messias. Als je dát weet en gelooft, dan weer je ook van wie en voor wie de bron is.
Ze hadden er eerst nog over gediscussieerd. Want dat doen wij: discussiëren over ons geloof en onze kerken. Het is onze put, zei ze, gekregen van vader Jakob, wij hebben de oudste rechten. Maar Jezus zegt: hoe historisch ook, dit water lest je dorst maar even. En nog een keer komt die godsdienstdiscussie terug. Dit is onze berg, zegt de vrouw, hier vereren wij God, jullie Joden doen dat in Jeruzalem. En weer laat Jezus zien: er komt een tijd, dat we God niet meer aanbidden op één berg. Maar overal waar hij zijn kinderen roept, in Geest en in waarheid.
Deze week hoorde ik op Radio 1 een gesprek over geloof en vrijheid. Tussen christen-journalist Sjirk Kuiper en Pieter Klok van de Volkskrant. Klok zei: stop toch met je geloof te verdedigen tegenover de Islam, geen enkel geloof deugt. Op Twitter ontstond daarop een discussie. Waarop iemand reageerde: een christengek overtuig je toch niet met logica van zijn ongelijk. Zó kijken sommige mensen dus naar christenen! Alsof die alleen maar hun eigen gelijk zien, blind voor de overtuigingen van anderen. Respectloos gepraat, kun je zeggen. Of is dit misschien ook de oogst van onze eigen discussies? Over ons z.g. ‘alleenrecht’ op de bron.
Ik zag deze week opnieuw, hoe de bron van levend water in vele kerken stroomt. De ware bron is Jezus zelf, wie dat erkent, met hem voel ik me verbonden. De bron voor jezelf claimen, dat is vaak genoeg gebeurd. Daarmee hebben we muren opgetrokken, die nu maar moeizaam te slechten zijn. We hebben ons opgesloten in de bunkers van ons eigen gelijk. Daarmee moeten we oprecht naar God gaan, schuld erkennen, bidden om vergeving. En om vernieuwing: de moed om elkaar te zoeken.
Jullie zijn hier in de ‘vrijgemaakt’ genoemde kerk. Moge God ons ‘vrij maken’, ook van te grote woorden over het alleenrecht op de bron. En we noemen ons ook ‘gereformeerd’. Dat betekent, echt: moge God ons re-formeren. Dat is: vernieuwen naar het beeld van zijn Zoon. Als we klein worden voor hem, maakt hij ons groot, samen met allen die voor hem knielen. Laten we er straks voor bidden.
3.
Tenslotte: In die stad kwamen velen tot geloof in hem. En, zeggen ze tegen de vrouw: Wij geloven nu niet meer om wat jij gezegd hebt, maar we hebben hem zelf gehoord en weten dat hij de redder van de wereld is! Zo begint het leren kennen van Jezus: eerst heb je het van ‘horen zeggen’. Maar als je hem echt als de redder van je leven in je hart sluit, ga je hem persoonlijk kennen. Dan ervaar je hem echt in je leven als de Heer die jou een nieuw hart geeft. Dan zie je niet slechts een man bij een put, maar de messias, de Zoon van God!
En zo stroomt het water verder. Dorstige mensen, verloren zielen, worden gevonden. En raken vol van zijn Geest en kracht, van nieuw leven. Daarom kun je en mag je de bron niet voor jezelf houden. Hoeveel mensen zijn er niet, die ontredderd en verloren ronddolen. Ik zag van de week het EO-programma “Rot op naar je eigen land”. En wat ik niet had gedacht, maar wat toch gebeurde: ik ging nog werkelijk die mensen begrijpen ook, die zeggen: laat al die vluchtelingen daar blijven. Maar het wonder is ook, dat diezelfde mensen onder de indruk kwamen van al dat leed. En toch zachter worden, bij het zien van zoveel wanhoop. Wie kan daar ook koud onder blijven, als je die ellende van nabij ziet?
Maar dan zie je, hoeveel mensen er droog staan. Dat iedereen moet drinken uit de bron van Jezus. Wie boos is, vol haat. Of kritisch en onverdraagzaam. Maar ook al die ontheemden op de vlucht. Allen hebben dit water nodig. Dit water, het levende water van Gods Geest en Woord, die veranderen je echt. Dan ken je Jezus, de enige bij wie je veilig bent. En dan word je ook zelf een mens vol liefde, die omziet naar mensen in nood. Die zelf elke dag drinkt uit de bron van het water des levens, om niet. Tot het ook in jou een bron wordt, die opspringt tot eeuwig leven!
Amen.