Notice: Functie _load_textdomain_just_in_time werd verkeerd aangeroepen. Vertaling laden voor het hueman domein werd te vroeg geactiveerd. Dit is meestal een aanwijzing dat er wat code in de plugin of het thema te vroeg tegenkomt. Vertalingen moeten worden geladen bij de init actie of later. Lees Foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 6.7.0.) in /data/www/pastorklaas.nl/www/wp-includes/functions.php on line 6114 Bijbel in Gewone Taal (BGT) – Pastorklaas.nl

Bijbel in Gewone Taal (BGT)

Alweer een nieuwe Bijbelvertaling?

In 2004 kregen we de Bijbel. Zo zeiden jongeren het, toen we in de kerk de Nieuwe Bijbel Vertaling in gebruik namen: ‘eindelijk kan ik de Bijbel lezen!’ We waren er blij mee, en in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) ging er niet veel tijd voorbij of deze vertaling was overal in gebruik. Alsof we er op hadden zitten wachten! En zo was het ook: in ‘ons soort kerken’ gaat het niet om het ritueel Bijbellezen, maar om de boodschap die we willen overdragen in prediking en onderwijs.

En toch, al gauw kwamen er ook vragen. Zijn we niet te snel en te vanzelfsprekend overgegaan op deze vertaling? De Herziene Statenvertaling kwam uit, en we krabden ons achter het oor: best een mooie vertaling, helder en duidelijk. En vooral: tekstueel betrouwbaar. Want de NBV ging (voor zo ver ik dat als gewone maar ervaren gebruiker kan beoordelen) uit van dezelfde visie op de grond- of brontekstoverlevering. Wat in de vertaling NBG 1951 nog tussen vierkante haken stond, was in de NBV letterlijk marginaal geworden en verplaatst naar voet- en eindnoten, voor de gemiddelde bijbellezer onvindbaar en al helemaal onbegrijpelijk. De HSV heeft zich tenminste nog op een vollediger tekstoverlevering gebaseerd, voor het Nieuwe Testament op de ‘Meerderheidstekst’. De HSV doet daar niet moeilijk over, tekstgeleerden beschouwen deze tekst echter als minder betrouwbaar. In de BGT zijn de vierkante haken van de vertaling NBG 1951 weer terug van weg geweest, in ieder geval op dat punt weer enige concessie.

Maar de vragen bij de NBV hadden ook te maken met stijl en taalgebruik. Er was gekozen voor minder ‘kopjes’ of perikopen, met als gevolg grotere lappen tekst. Dit werd ingegeven door de gedachte, dat de brontaal-Bijbel ook achter elkaar doorgeschreven was, zonder spaties en paragrafen. Daarnaast wilde de NBV aansluiten bij de stijl van de brontaal, plechtig, poëtisch, alledaags, etc. Beelden werden ongewijzigd, zonder uitleg, vertaald en namen en cultuurgebonden zaken (bijv. munt- en maateenheden) onveranderd weergegeven. Lange zinnen werden enigszins in stukjes geknipt maar toch zoveel mogelijk nog als in de brontaal doorgegeven. Al met al loop je in de NBV toch nog aan tegen heel wat lastige passages, vooral in onderwijs- en missionaire situaties.

Een Bijbel in ‘gewone’ taal was op zich dus best wenselijk. Dus ja, alweer een nieuwe vertaling! We mogen ons in NL bevoorrecht weten. Hoeveel vertalingen, ook eigentijdse, zijn er al niet? Luxe? Ja, maar vooral rijkdom om dankbaar te gebruiken. Voor wie de brontalen niet zelf kan lezen, is het vergelijken van vertalingen alleen al een enorme verdieping van je Bijbelkennis.

 

De drie B’s: begrijpelijkheid, betrouwbaarheid, beleving

De eerste doelstelling van de BGT is: een vertaling die meteen begrijpelijk is. Dat betekent dat men heeft gekozen voor een beperkte set woorden. De BGT gebruikt een lijst van (minder dan) 4000 woorden (tegen de NBV 11.000 verschillende woorden!). Dit zijn allemaal in het Nederlands bekende en gangbare woorden. De zinnen zijn echt kort. Komma’s en allerlei voegwoorden worden vermeden. De gedachte van een langere of moeilijkere passage wordt soms opnieuw gerangschikt. Dat maakt de tekst logischer. Verder zijn de teksteenheden kort en worden die opnieuw ingedeeld met tussenkopjes die de inhoud treffend samenvatten.

Belangrijk is ook, dat allerlei ‘bijbeltalige’ begrippen zijn vermeden of omschreven. Sommige termen als ‘koninkrijk van de hemel’, ‘gerechtigheid’, ‘verbond’, ‘genade’ etc. lijken onmogelijk weer te geven met hedendaags-Nederlandse woorden. Maar ik moet zeggen, dat men er knap in geslaagd is om deze begrijpelijk weer te geven. Ik kan me voorstellen dat sommigen vinden dat je dan iets ‘verliest’. Maar tijdens de masterclass die ik rond de BGT bijwoonde werd ik overtuigd, en ook door het boek Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal? van Matthijs de Jong (bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap en één van de vertalers): vertalen betekent per definitie dat je iets verliest. Er is geen enkele vertaling waarin je niet iets ‘verliest’. Maar als je kijkt naar de winst, dan is die zeer groot: begrijpelijke en veel indringender taalgebruik.

Laten we een voorbeeld bekijken. Tijdens een catechisatie-uurtje waren we bezig met het woord ‘verbond’ in de Bijbel: wat betekent het dat God een verbond met je sluit? In het boekje dat we gebruiken werd uitgelegd: een verbond is eigenlijk een soort contract. Twee partijen gaan wederzijds een verplichting aan, ze zeggen elkaar iets toe en leggen dat over en weer vast. Denk aan een arbeidscontract. Maar, zo werd in het boekje gevraagd: klopt dat wel als het over het verbond gaat dat God met ons sluit? Dat is eigenlijk veel meer eenzijdig: God gaat het aan, hij doet daarin beloften en vraagt van ons dat we daarop reageren met geloof en liefde. En tegelijk wordt duidelijk, dat wij onze kant van het verbond niet eens zelf waar kunnen maken: God geeft ons ook de genade om zijn liefde te beantwoorden. Nu, hoe wordt verbond nu weergegeven in de BGT. We lazen in de groep enkele bekende gedeelten, o.a. Genesis 17,7. “Ik doe je een belofte”, zegt God daar tegen Abraham. Ik vind dat een geweldige vondst: ‘ik doe een belofte‘ voor ‘ik sluit een verbond met je’. Het eenzijdige, dat God het is die dit verbond sluit, komt hiermee zeer goed tot uiting! Maar op andere plaatsen legt de BGT weer meer nadruk op dat wederzijdse, en kiest dan voor het woord ‘afspraak’ (zie bijv. Deuteronomium 4,23). En ook dat is verbond, zoals wij zeggen: afspraak is afspraak, daar houden we elkaar aan! Zo bereikt de BGT hier dus een goed evenwicht, deels gebaseerd op een stukje uitleg van het verband.

Dat heeft ook alles te maken met het tweede uitgangspunt, de tweede B: de betrouwbaarheid. Want dat laatste, uitleg in een vertaling, lijkt risicovol. Toch hoeft het dat niet te zijn. Dat heeft zeker ook te maken met hoe je de Bijbel ziet: als menselijk-literaire bundel geschriften, of ook en allereerst als Woord van God. Ik krijg de indruk, dat de vertalers met die eerbied omgaan met de Bijbeltekst. Zodat ze ‘goede verstaanders’ zijn. En ‘een goede verstaander heeft aan een half woord genoeg’, dat geldt ook voor je omgang met de Bijbel. Als gelovige en als ervaren Bijbellezer meen ik dat echt te proeven in de manier waarop de vertalers omgaan met de tekst. Daarom willen ze niet echt iets ‘verliezen’ tenzij dan door het verlies ook telkens weer te compenseren of in balans te brengen. De manier waarop dat gedaan is m.b.t. het Hebreeuwse woord berit (verbond) vind ik daarvan een mooi voorbeeld.

Zodoende is de BGT een vertaling geworden, geen interpretatie of parafrase. Veel mensen hebben vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw gebruik gemaakt van Het Boek. Maar wat velen niet wisten, is dat Het Boek geen vertaling maar een parafrase is, een omschrijvende en interpreterende weergave. Wel een goede en betrouwbare, één die de boodschap van het evangelie eerbiedigt en uitgaat van het gezag van de Bijbel. Maar wel een verklarende weergave. De BGT is beslist geen parafrase, het is een echte vertaling. De bronteksten (Hebreeuws, Aramees en Grieks) zijn het uitgangspunt, en daar is op zeer deskundige wijze mee omgegaan.

Wel is ervoor gekozen om sommige passages uitvoeriger weer te geven en allerlei metaforen weer te geven op een manier die de lezer van nu meteen begrijpt. De Bijbel is vol van beelden, maar lang niet alle beelden zijn voor lezers in onze cultuur nog te begrijpen. In het genoemde boek van Matthijs de Jong vinden we daarvan een duidelijk voorbeeld. Als Naäman door de profeet Elisa genezen is van zijn melaatsheid, vraagt hij om een paar zakken grond mee terug te mogen nemen naar zijn eigen land. In de NBV wordt dat gewoon meegedeeld, in de BGT wordt er heel summier een stukje uitleg aan toegevoegd.

NBV 2 Koningen 5,17:

“Toen zei Naäman: ‘Als u werkelijk niets van uw dienaar wilt aannemen, wees dan zo goed mij twee muildierlasten aarde mee te geven. Ik verzeker u dat ik nooit meer offers zal brengen aan ander goden dan de HEER'”

In de BGT:

“Toen zei Naäman: ‘Ik zie dat u echt niets wilt hebben. Maar als u het goedvindt, wil ik graag wat aarde meenemen uit dit land, zo veel als twee ezels kunnen dragen. Op die aarde wil ik een altaar bouwen om offers te brengen aan de Heer. Ik zal nooit meer offeren aan andere goden.”

Het gecursiveerde zinnetje in ingevoegd. Laat het eens weg, en je ziet dat hedendaagse lezers niet zo maar kunnen snappen waarom hij dit zegt. Oordeel zelf, ik vind zo’n toevoeging, in al haar bescheidenheid en beperking, volledig te verantwoorden. Het laat zien dat de brontekst serieus gelezen is met het doel de intentie goed over te brengen naar de hedendaagse lezer.

En ook de derde B, die van beleving, wordt recht gedaan. Wat ik meteen ervoer bij de eerste keren dat ik uit de BGT las, was de directheid ervan. Het komt binnen, zeg maar. Er wordt nergens omheen gedraaid of gesproken. Dat is ook wat ik van andere lezers hoor: ‘staat dit er echt?! Dat is nooit eerder zo tot me doorgedrongen!’ Maar zo worden ook gevoelens onmiddellijker overgedragen. Een voorbeeld uit de Psalmen:

Psalm 10 begint al goed met het kopje “Waar bent u, Heer?” En gaat dan zo verder: “Waarom bent u zo ver weg, Heer? Waarom verbergt u zich in moeilijke tijden?”

Of de bekende Psalm 22 waar boven staat: “God, waarom laat u mij alleen?” en dat zo verder gaat: “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij alleen gelaten? Hoe hard ik ook schreeuw, u redt mij niet, u blijft ver weg. Overdag roep ik: ‘Mijn God!’ maar u antwoordt niet. ’s Nachts roep ik: ‘Mijn God!’ maar ik krijg geen rust.”

 

Beelden

Beelden en metaforen zijn op verschillende manieren behandeld. Ook bij de NBV was het al zo, dat er sprake was van verschillende ‘vertaalkeuzes’. Als je een lijn trekt tussen de brontaal en de doeltaal, dan kiest de NBV soms voor een positie dichter bij de brontekst, maar als verduidelijking dat vereist voor een positie dichter bij de doeltaal en -cultuur. In de NBV levert dat soms toch nog passages op die moeilijk toegankelijk blijven. In de BGT is vrij consequent gekozen voor een taal dichter bij de doeltaal.

Dat zien we het duidelijkst als het gaat om de vertaling van beelden. Veel bijbelse beelden vinden we vaak mooi en zijn ons dierbaar. De ‘herder’ zouden we niet graag zien verdwijnen. In de BGT blijft de herder dan ook gewoon herder (zoals in Johannes 10). Echter niet alleen maar omdat dat beeld ons zo dierbaar is. Ook omdat ‘gelijkenissen’ complete verhalen zijn, die je moeilijk anders dan als beeldverhaal kunt weergeven. Dat zie je ook in bijvoorbeeld Matteus 13, een hoofdstuk met een aantal ‘gelijkenissen’, hier aangekondigd onder het kopje “Jezus geeft voorbeelden”.

Maar er is ook beeldgebruik waar wij in onze tijd en cultuur niet zo veel meer mee kunnen. Soms kun je nog denken: dat is nog een keer te begrijpen, zoals in Psalm 17, 8: “Behoed mij als de appel van uw oog” (NBV) wordt “Bescherm mij als uw liefste kind” (BGT). Hiervoor is gekozen omdat het eerste beeld toch moeilijker te begrijpen is, zodat het vervangen is door de betekenis. Soms gebeurt dat door iets wat impliciet is meer tot uitdrukking te brengen, zoals in Psalm 1, 4: “Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind” (NBV) wordt “Zij zullen verdwijnen, zoals stof dat wegwaait in de wind” (BGT). Er is van uit gegaan, dat wij in de moderne samenleving vervreemd zijn van agrarische terminologie en taferelen. Dat zie je ook in Psalm 128,3: “Je vrouw als een vruchtbare wijnstok in het midden van je huis” (NBV) wordt “Je vrouw heeft veel kinderen, zo veel als druiven aan een tros” (BGT). Nog een stap verder gaat het als het beeld helemaal wordt vervangen door de betekenis, zoals in Psalm 2,9: “Jij kunt ze breken met een ijzeren staaf, ze stukslaan als een aarden pot” (NBV) wordt: “Je zult je vijanden vernietigen, niets blijft er van ze over!” (BGT).

Metaforen in de brontekst blijven ook in de doeltaal metafoor, tenzij de betekenis in onze cultuur niet meer gekend kan worden. Een duidelijk voorbeeld daarvan vind je in Hosea 14,4: “Onze redding verwachten we niet langer van Assyrië, op paarden en strijdwagens zullen wij niet meer vertrouwen, …” (NBV) wordt: “We weten dat de koning van Assyrië ons niet zal redden. We vertrouwen niet meer op onze eigen legers” (BGT). En de progressie in deze vertaalvisie is ook goed zichtbaar te maken als we de ontwikkeling volgen vanaf de vertaling NBG 1951, zoals bij Amos 1,3: “Omdat zij Gilead met ijzeren dorssleden gedorst hebben,…” (NBG 1951), werd “ze hebben een spoor van verwoesting getrokken door Gilead” (NBV) en is nu: “Ze hebben Gilead totaal verwoest” (BGT). En zie ook een nieuwtestamentisch voorbeeld, Marcus 14,36: “Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg” (NBV) wordt: “Abba, Vader, voor u is alles mogelijk. Houd toch dit zware lijden bij mij weg!” (BGT). En het bekende “land dat overvloeit van melk en honing” werd in de BGT “een land waar voor iedereen genoeg te eten en te drinken is, meer dan genoeg” (zoals in Exodus 3,8).

En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Ik zou zeggen, lees en proef de teksten zelf! Proeven, want het is een waar genot! De Bijbel dichtbij!

 

Kerkelijk gebruik?

Tenslotte: is de BGT geschikt om te introduceren voor gebruik in de kerkdiensten? Tja, daar wordt verschillend over gedacht. Tijdens de pasgehouden Week van Gebed 2015 viel me nog iets op, toen we bij de gebedsbijeenkomst waren in een Pinkstergemeente. Ik had zo het beeld van eerdere ontmoetingen met Pinksterbroeders, dat ze heel erg gericht zijn op deze tijd en cultuur. Eigenlijk is dat maar ten dele waar. In samenkomsten wordt vaak vrij traditionele taal gebruikt. En gelezen… uit de vertaling NBG 1951! Ook in PKN-kerken is het lang niet overal vanzelfsprekend dat men zou kiezen voor de modernste vertalingen. Dat bleek al toen de NBV uitkwam: iemand als Nico ter Linden betreurde het meer functionele taalgebruik van de NBV ten koste van een meer gedragen of gestileerde taal. In de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) zijn we vaak snel geneigd om zo veel mogelijk juist aan te sluiten bij de huidige cultuur. Toch verwacht ik niet, dat er landelijk besloten zal worden de NBV, waarvan we nu ‘net’ iets meer dan tien jaar genieten (en ook nog steeds bezig zijn aan te wennen) alweer terzijde gaan stellen. Maar veranderingen gaan momenteel verrassend snel…

Anderzijds moeten we bedenken dat dit niet het doel van de BGT was. Het NBV-project was opgezet als brede Bijbel voor alle (tenminste zo veel mogelijk) kerken. De NBV had dan ook hier en daar wel een compromiskarakter: allerlei diverse kerkelijke richtingen hadden meegesproken. De NBV was dan ook echt bedoeld voor gebruik in de kerkdiensten. ‘Jargon’, d.w.z. kerktaal of bijbels-theologische begrippen (verbond, genade, verzoening, etc.) bleven daarin ook nog volop aanwezig. Maar als je NBV en BGT vergelijkt, zie je wel dat het allemaal veel kernachtiger en directer nog kan. Dat is de kracht van de BGT. Zeker voor bepaalde doelgroepen is de BGT ook echt gewoon beter. In het dovenpastoraat bijvoorbeeld was men snel overtuigd: dit helpt ons grote stappen vooruit in de communicatie! Hetzelfde kun je je voorstellen in het werken met mensen met een verstandelijke beperking, en ook met jeugdgroepen en in de catechese. Daarnaast is het goed denkbaar, dat je de BGT gebruikt in speciale diensten waarin er veel (niet-kerkelijke) gasten aanwezig zijn, en zeker in missionaire situaties, zoals bij de Alphacursus e.d.

Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft zich ontwikkeld tot een zeer eigentijdse organisatie die vele diensten en informatie aanbiedt. Deze zijn sinds vorig jaar niet meer algemeen toegankelijk, veel hulpmaterialen zitten nu achter een inlog voor leden (zie: www.debijbel.nl). Dat kost dus geld, al is 25 euro per jaar voor velen nog wel op te brengen. Maar je kunt al veel van en over de BGT vinden op www.debijbelingewonetaal.nl. Ik hoop en bid, dat de Bijbel als de bron voor ons geloof en als poort naar God door het mensgeworden Woord Jezus Christus beschikbaar komt en blijft voor christenen en voor allen die God zoeken.

 

Bron: Matthijs de Jong, Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal? uitgangspunten-keuzes-dilemma’s, Heerenveen 2014.

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *