Bidden om Gods leiding in je leven – Preek over Heid. Cat. zondag 49 (over “uw wil geschiede”)
Hoe weet je Gods plan met jou, zijn bedoeling in je leven? Je staat voor een keus: een opleiding kiezen, solliciteren, trouwen, een gezin, verhuizen. Vraag jij je dan af: wat wil God? Veel mensen zijn daar terughoudend in. Begrijpelijk, want er zijn ook mensen die heel precies lijken te weten wat God wil. En dan zeggen we, wat sceptisch: ik krijg toch geen briefje uit de hemel? En inderdaad, je hoort wel eens van die verhalen… Van mensen die hun schepen achter zich verbranden, gaan emigreren of zendingswerk doen. En dan ‘gelovig’ zeggen: God wil het, hij zal zorgen dat we middelen van bestaan hebben. Dus zijn velen wat huiverig als het om de wil van God gaat: liever geen grote woorden… Maar wat dan? Dan maar níet geloven dat God je leidt? Ik wil vanmiddag de vraag stellen: verwáchten we echt, dat God antwoorden geeft? Als je bidt “Uw wil geschiede”, wat bid je dan eigenlijk?!
Eerst luisteren we nu naar het verhaal van A. Ik ben heel blij, dat jij het aandurft jouw verhaal te vertellen. (A. is een vrouw (+ 50), die tijdens een moeilijke periode in haar leven een ommekeer beleefde, toen God tegen haar zei dat ze het roer in haar leven drastisch moest omgooien: stoppen met werken, huis verkopen. Zij vertelt in de dienst haar verhaal: het was alsof God heel direct tegen mij sprak! En ik was ervan overtuigd: ik moet gehoorzamen en doen wat hij zegt. Hoe ga je daar dan mee om? Ook als familie, vrienden, gemeente? Daarover meer in de preek).
Bidden om de wil van God te kennen:
- Wat wil God van mij?; 2. Wat wil God met mij?
1.
Vroeger leerde je op catechisatie, dat je die twee goed uit elkaar moet houden: wat God ván je wil; wat God mét je wil. Wat God van je wil, dat weet je: uit Gods geboden. En breder: de Bijbel. De Bijbel is onze wegwijzer. En die wil moeten we gehoorzamen. Maar wat God met je wil, dat weet je niet. Of ik zal trouwen, of ik kinderen krijg, en hoeveel; waar ik zal wonen en werken. Dat soort dingen krijg je ‘niet op een briefje’. Dat zijn je eigen keuzes, en wat kies je dan? Die twee moet je dus onderscheiden: ‘de wil van Gods gebod’, ‘de wil van Gods besluit’.
Toch is het de vraag of die twee altijd helder uit elkaar zijn te houden. Als je kijkt naar de uitleg in de Catechismus, dan zitten beide er in. Als je dit gebed bidt, dan vragen we, “dat we onze eigen wil verloochenen”. En “uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzaam zijn”. Daar zitten beide in.
Soms moet ik mijn eigen wil afzweren (‘verloochenen’). Ik kan plannen hebben, God heeft soms andere bedoelingen (‘de mens wikt, God beschikt’). Ik ben ziek maar word niet meer beter, ik ben druk aan het daten maar vind geen partner. In zo’n situatie moet ik leren in vertrouwen de weg te gaan, die God mij wijst.
Maar soms weet ik heel goed wat God wil. Omdat zijn geboden duidelijk zijn, zijn geopenbaarde wil, in zijn Woord. Samen met medegelovigen mag je zoeken naar wat God in allerlei situaties in ons leven vraagt. De keuze van je levenspartner. Of wat Gods Woord zegt over leven en dood (rond begin of levenseinde). Samen met je medegelovigen zoek je naar antwoorden. Uit de Bijbel: Gods wil die we wel kennen. Die wil moet ik dan (leren) gehoorzamen.
Die houding leert Jezus zelf ons, hij is er zelf het grote voorbeeld van. Kijk maar hoe hij worstelt en vecht, als hij vlak voor zijn sterven staat. Denk niet dat het voor hem vanzelfsprekend was om de wil van zijn Vader te doen. In Matteus 26 zie je zijn intense strijd als het moment van zijn dood nadert. Zo juist heeft hij zijn leerlingen gewaarschuwd: jullie zullen mij allen verlaten. Petrus protesteert: ik nooit, Heer! Maar hij beseft totaal niet wat hij zegt. Jezus zegt: Petrus toch, nog voor de haan kraait, zul je driemaal zweren dat je mij niet kent! En weer reageert Petrus heftig: al zou ik met u moeten sterven, verlaten zal ik u nooit! En ook de anderen vallen hem bij. Het lijkt mooi, dat ze hun meester allemaal wel willen volgen in de dood. Maar ze hebben géén idee van wat Jezus echt zal moeten gaan doormaken.
Dan gaat Jezus naar Getsemane. Daar gaat hij bidden, drie mogen met hem mee, om er getuige van te zijn. Iets verderop buigt hij neer, en zegt: Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbij gaan. Maar laat het (…) gebeuren zoals u het wilt.
Als hij de drie leerlingen weer opzoekt, vindt hij ze slapend. Konden jullie niet eens één uur met mij waken? Hoe eenzaam moet onze Heer zich gevoeld hebben, en hij verwijt hun hun zwakheid. Zwakheid die wij wel begrijpen: hou jij het vol om altijd op Gods wil gericht te zijn? Ben je alert op Gods bedoelingen? Hoe ben jij met je leven bezig: met je plannen, je idealen, je dromen? Hoe past God daarin?
En weer gaat Jezus bidden. Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals u het wilt. Jezus wist wat Gods plan was. Zijn hele leven was erop gericht geweest om dat te leren kennen, en aanvaarden. Schrikt hij daar nu voor terug? Maar kunnen wij bevatten door wat voor peilloos dal van eenzaamheid hij moest? Nu weet Jezus: het wordt erop of eronder. Nu zal ik door het vuur moeten gaan van de toorn van de Vader. En dat zal ik alleen moeten doen: zonder de steun van mensen, zonder mijn Vader. Zo zal ik moeten sterven: zonder troost, bespot en verlaten; alleen met de duivel. Zo zal ik moeten boeten: voor de zonden van een wereld die niet eens om mij vróeg! Door dat dal moet hij, als Gods Zoon, maar ook als mens: kwetsbaar, bang.
En toch proef je in dit gebed, dat hij weet dat hij deze weg zal moeten gaan. Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink… Je voelt, dat hij het weet, erkent: nee, dat is niet mogelijk… Dit is wat mijn Vader wil, dit is waarvoor ik lééf! En daarom zegt hij opnieuw: laat het dan gebeuren zoals u het wilt.
Zo bidt hij, om Gods wil te kennen, en te doen. Een gebedsgevecht, tweestrijd: tussen menselijke angst en gehoorzaam zijn aan zijn Vader. Een strijd die wij ook kennen. Nee, niet dat iemand van ons staat voor zo’n diep lijden. Wat wij ook meemaken, het valt hier totaal bij in het niet! Maar deze strijd van onze redder is wel het voorbeeld in ons levensgevecht. Wij hebben Gods woorden: de Bijbel is onze gids. Sta je voor keuzes, vraag je dan af: wat zegt Gods Woord erover? Over trouwen, kinderen, een gezin? Vragen we ons vandaag nog af wat christelijke keuzes zijn als het daar om gaat? Keuzes als: wel kinderen, geen of meer kinderen? Vraag je je af wat God wil als je verliefd wordt op iemand die niet gelooft? Misschien oordeelden we daar vroeger te makkelijk over. Maar gaan we nog echt te rade in Gods Woord, dat hierover wel degelijk spreekt?
Hoe weet je Gods wil? Allereerst dus: uit de Bijbel! Laat je je de weg wijzen, ook door wijze mensen om je heen? Dat dat lastig is, dat het je soms totaal niet uitkomt, zeker. Maar wie zegt dat keuzes geen strijd zouden mogen kosten? En dat begint met bidden: Heer, geef mij de moed te doen wat u wilt. Geef mij de trouw van een engel, die hemeldienaren die vliegen op uw bevel. Maak mij net zo toegewijd als Jezus! Misschien bid je dan wel tegen jezelf, je eigen gevoel of geluk, in. Jezelf verloochenen heet dat, jouw wil stellen onder die van God.
2.
En zo kan er ruimte komen voor die andere vraag: wat wil God mét mij? Hoe kan ik mijn keuzes maken, als Gods Woord niet alles zegt over wat ik moet doen? Welke opleiding, welk beroep zal ik kiezen? Waar ga ik wonen? Hoe kan ik hem het beste dienen in zijn koninkrijk? Je krijgt geen briefje uit de hemel.
Toch zijn er wegwijzers, die God op je weg kan zenden. Hoe zoek je Gods leiding? Daarvoor zijn er vier manieren (behalve zoeken in Gods Woord). Zoek Gods leiding:
- Door advies van betrouwbare mensen te vragen
- Door goed te letten op omstandigheden, wat er gebeurt
- Door te luisteren naar je hart, of er vrede komt als je een keuze overweegt
- Door stil te zijn, te bidden en te wachten op God, Gods stem in je hart
BOVAG: Bijbel – Omstandigheden – Verstand – Advies – Gebed (uit: FollowUp! deel 6, 58)
Dat laatste (luisteren naar Gods stem in je hart), daar zijn we niet altijd zo goed in getraind. We wantrouwen een innerlijke stem zelfs. Dat is op zich terecht: hoe onderscheid je wat van God komt en wat jouw diepste verlangens je ingeven? Vroeger zeiden we: ook ‘vlees en wereld’ leiden ons. Kijk maar eens hoe we een taak op ons nemen in de kerk. Verbaal, met woorden, zeggen we dan: ik doe het voor de Heer (en je meent dat heus). Maar in hoeverre ben jij je bewust van andere motieven? Jouw eigen doelen en plannen, jouw verborgen agenda? Of je nu in de kerkenraad zit, of in een werkgroep/commissie. Help je graag? Doe je het misschien (ook) omdat ‘het zo goed voelt’…? Ben jij een leider of bestuurder? Kan daar ook eigenbelang achter zitten (‘ik zal wel ’s orde op zaken stellen’)? Waarom ben ik dominee geworden? Zitten er in mijn levensloop elementen, die ik probeer te compenseren? Bijvoorbeeld omdat ik vroeger gepest ben en nu denk: ik zal laten zien wat ik kan? Als je daar niet kritisch op reflecteert, kun je zo maar jouw wil voor Gods wil houden. Bid dus om die kritische doorlichting, door de Geest van God.
Maar tegelijk: sta open voor Gods wil! Zoek biddend naar zijn leiding. En verwacht echt ook een antwoord. En komt er dan een inzicht, een overtuiging, een ‘roeping’, toets die dan. Op de genoemde manieren: raadpleeg Gods Woord, leg het voor aan betrouwbare mensen; enz. En wacht op Gods Geest, door stil te zijn, te bidden, ook om tegengeluiden. En vooral: kijk altijd naar Jezus, die totaal leefde voor de wil van God. Gods wil doen: daar leefde hij voor, daar wilde hij zelfs voor sterven. Daarom bidt Jezus daar in Getsemane ook voor ons. Omdat wij het hem zo moeilijk nazeggen: laat uw wil gebeuren, Vader! In Jezus ligt de vervulling van dit gebed: Heer, leer mij uw wil kennen en doen!
In de wereld om ons heen gaat het om een leuk leven, geluk, een carrière, mooie reizen. Mag allemaal, natuurlijk. Maar wat maakt jou nou echt gelukkig? Jezus zei: mijn lust en leven is het om de wil te doen van mijn hemelse Vader! Is dat ook uw/jouw vreugde? Jouw ‘geluk’? Geld en fijne reizen, leuk. Maar meer dan de helft van de wereldbevolking heeft niet eens geld. Een man die al zijn geld in een droomhuis stak, overleed in de eerste nacht dat hij er in sliep. Iemand die verlangde naar een relatie en een gezin, zag die droom vervliegen. Hoe leer je er dan mee om te gaan, als je leven andere wendingen neemt? Sommigen weten al lang, dat het leven niet altijd brengt wat je droomde. Het is niet altijd ‘leuk’, het is soms domweg vechten, vallen, opstaan.
Wat is dan Gods wil? Hoe leer ik die te volgen en te gehoorzamen? Alleen als ik naar mijn Heer kijk: door wat voor dal hij ging, voor jou, voor mij! Dan leer ik bidden: Heer, Vader, laat uw wil gebeuren! Leer mij uw wil te zien, te gehoorzamen. Geef me de liefde en trouw van engelen. Geef me de gehoorzaamheid en zelfverloochening van Jezus.
Amen.
HCzd49.17 (handout) HCzd49.17 HCzd49.17