Praten met ISIS
De behoefte om te begrijpen
Je wilt ze begrijpen. Toch? Doden en moorden op zo’n schaal, dan wil je weten waarom. Wat is het motief? Het mysterie van het motief houdt mensen bezig: wat zit achter brute misdaden of genocide? De vergassing van 6 miljoen Joden door de Nazi’s kan je nog steeds bezighouden. Zo werden de Neurenbergprocessen en de berechting van Eichmann in Israël met afgrijzen en tegelijk met ademloze fascinatie door pers en publiek gevolgd.
Het is een diepe behoefte van ons mensen om het kwaad te kunnen duiden. Dat vraagt een bepaalde mate van empathie met de dader, de doder. Klinkt gek, maar dat is een behoefte in iedere mens: je verbonden kunnen voelen met de dader. Kun je dat niet, dan blijft de dader een vreemde, een onberekenbare dreiging, een onbegrijpelijk grillig monster, en dus angstaanjagend.
Er is nog een kant: je wilt je tegelijk distantiëren, je afschuw uiten. Daarom duw je de dader of doder zo ver mogelijk van je af. Daarin zit iets van zelfrechtvaardiging: “ik dank u Heer, dat ik niet ben als hij…” Je duwt de ander weg en daarmee jezelf omhoog: zo ben ík niet! Je ziet dat nogal eens bij seksueel misbruik, vooral van kinderen. Robert M., die mega-dader in Amsterdam, die moet hangen! Benno L., die mag nergens meer wonen! Doodsbedreigingen komen zelfs los in de samenleving. Het kwaad roept nieuw kwaad op.
En toch. Psychologisch gezien duw je dan niet alleen maar iemand anders, maar eigenlijk vooral jezelf van je af. Of beter: iets in jezelf. Een duistere kant van jezelf, die je niet onder ogen wilt zien. Het kwaad huist echt in iedereen. God zij dank dat het er niet altijd in dat soort gruwelijke vormen uit komt!
Het zijn net mensen…
Wat drijft de killers van ISIS? Ik lees een onthullend boek, Het zijn net mensen van Joris Luyendijk, over zijn ervaringen als correspondent voor de Volkskrant en als reporter voor de NOS in het Midden-Oosten. Zijn boodschap is vooral: wat er over de situatie in het Midden-Oosten in de kranten en andere media verschijnt, heeft niets te maken met hoe het er werkelijk is. Als journalist kun je het je domweg niet veroorloven om de waarheid te onthullen. Daarmee zou je niet alleen jezelf maar ook je informanten onmiddellijk in gevaar brengen. De boodschap die hij herhaalt en herhaalt is: of je het nu hebt over Egypte, Syrië, Irak of Saudi-Arabië, je praat feitelijk over volstrekte dictaturen. Vrijheid van meningsuiting of een vrije pers zijn er complete illusies. Democratie is en blijft in de Arabische wereld een westers ideaal. En al is zijn boek verschenen in 2007, dus vóór de ‘Arabische Lentes’ en de Syrische burgeroorlog, ook vóór de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Irak en de opkomst van ISIS, ook de huidige situatie in het Midden-Oosten laat zien dat er wezenlijk niets veranderd is.
In dat licht schrijft hij ook over de aanslagen van Nine Eleven, de terreuracties van Al-Qaida in 2001. Net zo ‘onbegrijpelijk’ en verbijsterend als het optreden van ISIS. Waren de aanslagen “een frontale aanval op de westerse beschaving”, zoals de westerse pers erover schreef? Of hebben we deze agressie daarmee wezenlijk nog niet begrepen?
Daar konden we dan ook niet echt achter komen. Aan terroristen wordt namelijk geen podium verleend: niemand wil dat ze hun afschuwelijke verhaal promoten. De smerige filmpjes van onthoofdingen en andere executies die tegenwoordig op YouTube circuleren zijn al gruwelijk genoeg.
Maar de keerzijde is, schrijft Luyendijk, dat het verhaal achter Al-Qaida en andere terreurgroepen nooit verteld wordt en dus niet begrepen of effectief geanalyseerd kan worden. Westerse media en zelfs regeringsleiders blijven daardoor steken in machteloze retoriek. Ze komen niet verder dan maar te herhalen: democratie is het hoogste wat de mensheid heeft bereikt en mag nooit door wie dan ook in de wereld betwijfeld worden als de hoogste waarheid. Wie dat wel doet, mag met alle middelen bestreden worden. En zo voedt men de verbijstering over allen die de vrijheid van het individu niet respecteren, waarmee de hele problematiek van de terreur is afgedaan.
Daarmee wordt niet gepeild wat er werkelijk achter zit. Luyendijk zegt: het langere verhaal dat niet in de kranten komt omdat het nu eenmaal niet zo makkelijk geconsumeerd wordt, is ongeveer als volgt. “(Wij) moslims zijn arm en zwak omdat wij worden onderdrukt en uitgebuit door dictators. Jullie westerlingen steunen die dictators. Als we jullie aanvallen, drijven we een wig tussen de dictators en jullie. In ieder geval vestigen we de aandacht van gewone moslims op de steun die hun onderdrukkers uit het Westen krijgen. Dan komen de dictators ten val en kunnen wij beginnen aan de wederopbouw van ons gebied.”
Luyendijk noemt Bin Ladens verhaal een verhaal van zelfverdediging. Het gewone volk, de armen en uitgebuiten in de Arabische wereld, zijn het slachtoffer van de rijke en corrupte elite. En die elite wordt gesteund door het Westen. Het Saudische koningshuis, het regime in Cairo (toen, maar wat is er echt veranderd?), Arabische oliesjeiks, de wankele regeringen van Irak en Afghanistan, ze blijven eigen macht en belang stellen boven de vrijheid van hun onderdanen. Daarom is het verhaal van de terroristen: de Arabische wereld bevindt zich in permanente burgerloorlog, Amerika en de westerse wereld steunen de corrupte machthebbers, en dus blijft het Westen met zijn rijkdom en decadentie gekoesterd in een vijandbeeld dat men vooral in stand wil houden.
Hetzelfde geldt voor de situatie tussen Israël en de Palestijnen. Opnieuw het simpele beeld: macht tegenover massale onmacht, armoede, zwakte en slachtofferschap. Opnieuw wordt het beeld van de gewone man bevestigd: Amerika en het Westen staan vierkant achter de regering van Israël, dat gewoon een westerse puist is in een Arabisch-islamitische wereld. Zij zijn groot, wij zijn klein, en dat is niet eerlijk (en daarmee zijn alle middelen dan ook gerechtvaardigd).
Zo, schrijft Luyendijk, kwam er in het Westen “geen debat over de steun aan de dictators, en prominenten bleven moslims in de islamitische wereld oproepen om ‘de discussie over hun geloof’ aan te gaan. Maar een moslim die in een sleutelland als Egypte of Saudi-Arabië een debat begint over de interpretatie van de islam, gaat direct naar de gevangenis want praten over geloof is praten over politiek. En in die gevangenis wordt die moslim gemarteld door iemand die daarvoor getraind is door de CIA.”
Gesprek, alleen: met wie?
Omdat deze achtergrond niet echt in beeld komt, ontbreekt ook goede voorlichting over de islam. Westerse samenlevingen en media blijven de islam zien als vreemd en gevaarlijk. Zo kan het gebeuren, dat gewone moslims worden geprest hun kaarten op tafel te leggen: hoe denk jij over de islamitische terreur in de wereld? Dat is ongeveer hetzelfde als aan een Rooms-katholieke gelovige vragen of hij seksueel misbruik door geestelijken wel echt veroordeelt. Met andere woorden: je doet geen recht aan de onderlinge verschillen en individuele standpunten en keuzes. De roep in ons land, dat imams en andere moslimleiders zich meer moeten uitspreken tegen ISIS, is een belediging voor alle goedwillende en vredelievende moslims die onder ons wonen.
En zeker, jongeren in de Haagse Schilderswijk die anti-semitische leuzen scanderen, daar moet eens een gesprekje mee gevoerd worden. Net als met Yasmina Haifi, hoge ambtenaar bij Justitie & Veiligheid, die hardop zei dat terreurorganisatie ISIS ‘een project van zionisten’ zou zijn, een simplistische complottheorie die al langer de ronde doet. Maar juist dat simplisme moet ons waarschuwen tegen het al te serieus nemen van dit soort uitingen. Het is vooral gebrek aan kennis of volstrekt eenzijdig geïnformeerd zijn waardoor deze mensen zulke domme dingen doen en zeggen. Daarvan moeten we maar niet al te ondersteboven zijn of op onze achterste benen van gaan staan. Want daarmee laten we alleen maar onze eigen god en godsdienst zien: de god van de democratie en van de vrijheid van het individu. Essentiële en onopgeefbare verworvenheden, zeker. Maar geen god om te vereren. Voor de ene god een andere? Voor het ene fundamentalisme een ander? Nee, dat is geen oplossing, het leidt niet tot gesprek, die broodnodige empathie. Alleen ontmoeting, gesprek en begrip van elkaar, leidt tot een wederzijds gevoel dat je er mag zijn en dat je gehoord mag worden.
En dáár moet het naartoe. In NL, in de wereld. Vijanddenken en vijandsbeelden, die zullen alleen maar tot nieuw geweld en escalatie leiden. En dus is het niet van belang de islam te doorgronden, maar de motieven van onderdrukte mensen leren begrijpen. De Arabische wereld, waarin vrijheid en individu weggedrukt worden door macht, corruptie en eigenbelang, kan alleen tegen die achtergrond begrepen worden: de achtergrond van de underdog. Dat die rancune en haat godsdienstig geduid en vertaald worden, is niet zo zeer een misverstand van de doders en killers zelf, als wel het enige referentiekader aan de hand waarvan ze de wereld kunnen indelen in ‘goed’ en kwaad.
Daarmee zijn we er natuurlijk nog lang niet. Maar het zou al wel heel wat schelen, als we in de westerse samenleving en binnen de christelijke traditie meer oog zouden hebben voor de ware identiteit van het kwaad. Er bestaat domweg geen vrije wereld in de Arabische landen. Daarom kunnen intellectuelen niet nadenken en als ze het doen, worden ze verjaagd. De domheid en het simplisme regeren, en de corrupte machthebbers hebben er alle belang bij, dat dit zo blijft. Laat de massa maar denken dat het ‘Westen’ de satan is, dan kunnen zij op hun ligbedden hun liederlijke leven blijven leiden, met vrouwen, drank, auto’s, boten en wapens.
Praten met jihadisten en ISIS-sympathisanten
Daarom heb ik diep respect voor de ouders van de onthoofde journalist Steven Sotloff. Zijn familie deed een verklaring uitgaan gericht aan ISIS-leider Abu Bakr al-Baghdadi om in gesprek te willen gaan met de moordenaars van hun zoon. Namens de familie werd hem indringend gevraagd hoe hij in de vastenmaand Ramadan, die een periode van barmhartigheid is, een onschuldige kon laten doden. Daarna werd uit de Koran geciteerd, dat Allah onderdrukkers niet liefheeft. Gevraagd werd waarom de ISIS-leider islamitische geboden overtreedt. De woordvoerder zei: “Ik sta klaar om in vrede met je te debatteren. Ik heb geen zwaard in mijn handen en ben klaar voor je antwoord.”
Ik schrijf dit in de week waarin de Tweede Kamer debatteert over de aanpak van Nederlandse jihadisten. Machteloze retoriek klinkt in de Kamer. Mensen hun Nederlanderschap ontnemen, hun uitingen strafbaar verklaren, hun organisaties verbieden, en ga zo maar door. Wat mij betreft is er maar één manier om hier mee om te gaan: op persoonlijk niveau met mensen die zo denken en doen in gesprek gaan. Niet in debat, maar in gesprek, in dialoog. Zodat je elkaar gaat begrijpen, elkaar de hand gaat reiken. Zodat echter verandering van het hart in beeld kan komen. Met elkaar spreken in vrede. Ik doe graag mee!
Dé grote onmacht van Nederland en de hele westerse cultuur is hun volstrekte ongeloof. Leven zonder God maakt het zoeken van vrede ten diepste tot een machteloze menselijke poging, een slag in de lucht, holle retoriek, het ene fundamentalisme tegen het andere, een kansloze operatie. Vrede komt uit hem die de Sjalom in eigen persoon is en die harten en mensen verbindt.
mooi stuk, 1234