Notice: Functie _load_textdomain_just_in_time werd verkeerd aangeroepen. Vertaling laden voor het hueman domein werd te vroeg geactiveerd. Dit is meestal een aanwijzing dat er wat code in de plugin of het thema te vroeg tegenkomt. Vertalingen moeten worden geladen bij de init actie of later. Lees Foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 6.7.0.) in /data/www/pastorklaas.nl/www/wp-includes/functions.php on line 6114 Een vrouw geroepen als dominee – Pastorklaas.nl

Een vrouw geroepen als dominee

Op 26 juni jl. werd bekend dat Almatine Leene, predikante in Zuid-Afrika, een beroep aanneemt in de GKv Hattem-Noord (naast haar was ook Jasper Bosman beroepen). Het was gelijk ‘groot nieuws’, tot zelfs bij de NOS. Het getuigt van moed als een GKv-gemeente zo’n eerste stap zet, en van deze vrouw om daar positief op te reageren. Er wordt hierover in de kerken zeer divers gedacht. Kunnen wij dit samen aan? Het zou mooi zijn als we er in respect voor elkaar in slagen om een stukje diversiteit te dragen en elkaar als broeders en zusters in verbondenheid met Christus te aanvaarden. Dominee Leene verdient dit zeker.

“De Heilige Geest roept blijkbaar vrouwen”

Zij spreekt over haar roeping op een manier die respect afdwingt. Als kind al wist ze dat ze dominee wilde worden. Was dat nog kinderlijke fantasie, gaandeweg werd dit een steeds serieuzer verlangen. Op weg naar haar predikantschap waren er tal van momenten die zij zag als aanwijzingen die dit bevestigden. Ze is theoloog genoeg om er zelf onmiddellijk op te wijzen dat hierin een grote mate van wensdenken of subjectiviteit kan schuilen. Je kunt niet zo maar alles wat je ervaart duiden als aanwijzingen van Gods Geest. Onze motieven zijn divers en soms tegenstrijdig, soms zuiver, soms minder zuiver. Daar moet je als je een roeping ervaart zelfs extra bewust op reflecteren. Je krijgt zicht op wat God wil door gebed, en daarnaast in gesprek met betrouwbare medechristenen. Het laatste wat je wilt is anderen overrulen door je te verschuilen achter Goddelijke roeping.

Juist daarom is haar overtuiging diep en integer. Mij trof haar vrijmoedige spreken en getuigen over Gods werk in haar leven. Dat je de Geest van God “keihard” nodig hebt, zoals ze het in het ND zelf verwoordde. Dit is bijzonder krachtig, daar kan niemand omheen. Dit getuigenis zet ons stil, brengt tot verwondering. Het legt kritische stemmen niet het zwijgen op maar dwingt wel tot serieus luisteren. Zo wil zij dan ook in gesprek gaan met mensen in haar toekomstige gemeente die er anders over denken. Wat ik uit haar uitlatingen opmaak: niet om hen te overtuigen met een stortvloed van theologische argumentaties, maar door te luisteren naar hun zorg en moeite. Want: “De Heilige Geest roept blijkbaar vrouwen.”

Diepe overtuiging

Hier ontmoeten we iets van het geheimenis van Gods Geest. Roeping is een wonderlijk iets. Je ziet hoe Gods Geest werkt en een mens kan leiden. Op dit verborgen wonder kun je niet anders dan met eerbied reageren. Leeft dit besef nog in de kerken? En zijn het niet juist vrouwen die deze dimensie weer onder de aandacht brengen? Kan het zijn dat je als vrouw dieper nadenkt over roeping van Godswege dan mannelijke dominees misschien doen?

Iemand als Almatine wist al jong dat ze dit wilde. Zij was gedwongen om dwars tegen de stroom in heel bewust en grondig na te denken over wat God met haar wilde. Zoals ook andere getuigenissen van vrouwen die zich geroepen weten mij diep troffen. Ook Gerry Bos-Kaptein sprak indrukwekkend over hoe God haar had geleid, toen zij een beroep had aangenomen naar de NGK Nijmegen (ND 15 febr. 2020). Ook zij getuigde van haar diepe verlangen, dat ze jarenlang had gekoesterd en nu eindelijk in vervulling zag gaan, als verhoring van gebeden.

Zelf maakte ik jaren geleden een jongere mee die mij als haar catecheet bijna stalkte met haar verlangen: ik wil dominee worden. Ze nam geen genoegen met makkelijke antwoorden. Als ik erop wees wat zij allemaal wél zou kunnen doen (theologie studeren, pastoraal werk, etc.), was het duidelijk dat ik haar daarmee allerminst hielp. Ik zag haar integere verlangen en zei vaak dat ik haar maar wat graag zou gunnen wat ze zo zielsgraag wilde. Ze had haar overtuiging, hield eraan vast en werd uiteindelijk dominee, in de PKN. Ze heeft mijn steun gevoeld en als we nu als collega’s elkaar spreken voelen we dat Goddank ook, in verbondenheid met Christus. Ook zij wilde dit al van kinds af aan. Zetten deze vasthoudende vrouwen ons niet aan het denken over de waarde van roeping van Godswege?

Roeping

Is roeping dan iets onaantastbaars? Waar je je achter verschuilt zodra er kritiek of tegenwerpingen komen? Nee, zeker niet. Maar ergens zijn we in de kerken iets kwijt geraakt van die geestelijke diepgang en motivatie. Ambten werden functies, kerkenraden werden management-achtige besturen. Zijn er spanningen, dan lijken we zelfs beducht voor ‘roeping’. Alsof het een machtswoord is, een massieve verdedigingswal die het onmogelijk maakt nog in gesprek te komen over functioneren of persoonlijk falen.

Gerben Heitink (in zijn boek Biografie van de dominee) spreekt van drie elementen als het gaat om de dominee. Naast roeping (of ‘ambt’) zijn er ook de aspecten professie en persoon. Zonder professionele kwaliteiten en vaardigheden kun je geen dominee zijn. Zonder sociale persoonlijke kenmerken en eigenschappen kun je dit werk niet doen. Op die beide elementen ben je aanspreekbaar, wíl je aanspreekbaar zijn.

Maar de dragende grond onder die beide dient het besef van roeping te zijn. Gaven of charisma monden uit in een aanstelling of bevestiging, zo wordt roeping erkend. Zonder dat moet je dit werk niet willen doen! Je predikt en leert niet uit jezelf. In prediking en onderwijs geef je geestelijk leiding, maar dat is niet uit jezelf. Geen dominee doet dit omdat hij/zij zo doordrongen is van eigen waardigheid. Integendeel, een dominee dient diep doordrongen te zijn van eigen onwaardigheid. “Wie ben ik?!” Wie ben ik dat ik dit doen mag? Dat ik Gods kerk mag voorgaan in Woord en gebed?!

Deze eigen onwaardigheid kan alleen God zelf wegnemen. Ambt betekende oorspronkelijk een door God waardig geacht worden. Waardig ben je niet van jezelf, waardig word je als God je roept. Die roeping versta je in de bevestiging door zijn gemeente (de eerste vraag in het bevestigingsformulier!). Die roep ervaar je opnieuw als de ouderling namens raad en gemeente je de hand drukt voor elke dienst. En het diepst ervaar ik dat op het moment dat ik uitspreek: “Onze hulp is de Naam van de HEER”! Ik sta hier niet uit of namens mezelf. Ik sta hier niet om nu een kunstje te vertonen waarop iedereen met oh! en ah! reageert. Ik zoek niet mijn eigen podium, het is Jezus zelf die mij roept zijn dienaar te zijn, en zijn Woord, en niets dan alleen zijn Woord, te verkondigen. Dit kan ik niet zonder die roeping, ik wíl dat zelfs niet zonder die legitimatie. En natuurlijk verkondig ik dat hoge Woord als de mens die ik ben, vanuit mijn persoon, met alle falen en feilen die daar aan vast zitten. Maar ik kan en wil dat alleen als ik weet in geloof, dat daar doorheen Jezus zelf zijn gemeente zoekt en aanspreekt.

Je moet je wel geroepen weten

En juist dit is het verschil met elke andere roeping die een mens in z’n leven hebben kan. Wij mensen worden allemaal geroepen: tot onze dagelijkse arbeid, tot dienstbaarheid in Gods schepping en koninkrijk, in politiek of maatschappij. We worden geroepen tot het huwelijk, tot moeder- en vaderschap. Al Gods kinderen zijn geroepen om priesters te zijn in Gods geestelijke huis zijn gemeente (Ex. 19,6; 1 Petr. 2,9). En een dominee heeft een speciale roeping: Gods gemeente voorgaan in prediking, in dopen en zegenen. Daarin zien we iets van wat God doet aan mensen: hij komt naar ons toe, met zijn heil en genade. Juist in dit ambt zien we iets van die beweging van God uit. En dus, als je dit wilt doen, als dat je diepste verlangen is, moet je wel heel diep overtuigd zijn dat God jou roept. Met minder kun je het niet, met minder wil je het niet.

Hebben we dit nog scherp in de kerk? Almatine Leene, en al die andere sterk overtuigde vrouwen, zij houden ons dat weer voor. Zij moesten wel. Tegen de stroom in blijven geloven dat hun verlangen wel een verlangen van Godswege moest zijn. En zij houden die overtuiging hoog, zodat het respect en zelfs ontzag afdwingt. Goddelijk gezag kan alleen maar zichtbaar worden vanuit een diep doorleefde en vervolgens bevestigde overtuiging. En dan hebben wij dat te eerbiedigen. Zonder daarmee discussies af te kappen. Of misschien juist wel: laten we eerst maar eens onze knieën buigen, en onze harten tot God verheffen…

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *