Notice: Functie _load_textdomain_just_in_time werd verkeerd aangeroepen. Vertaling laden voor het hueman domein werd te vroeg geactiveerd. Dit is meestal een aanwijzing dat er wat code in de plugin of het thema te vroeg tegenkomt. Vertalingen moeten worden geladen bij de init actie of later. Lees Foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 6.7.0.) in /data/www/pastorklaas.nl/www/wp-includes/functions.php on line 6114 Nine Eleven – Pastorklaas.nl

Nine Eleven

Vandaag is het ‘9/11’. Nog steeds een symbool in de recente wereldgeschiedenis. Het heeft heel wat losgemaakt. Sinds 9/11 is onze samenleving vol religiestress. Er kan niet meer zuiver over godsdienst of islam gesproken worden. Alles staat onder de schaduw van die enorme stofwolk van de instortende Twin Towers.

Vandaag, 9/11, las ik ‘toevallig’ juist wat Christopher J.W. Wright schrijft in zijn geweldige studie The Mission of God, als ook hij het op een gegeven moment over 9/11 heeft. Vanwaar de enorme impact van deze terreurdaad, vraagt hij zich af. Zo’n drieduizend mensen vonden de dood. Maar, schrijft hij dan, “Africa suffers the equivalent of two 9/11s every day”. En hij doelt dan op het HIV/AIDS-drama op dat geteisterde continent. Het zelfde zegt hij over de tsunami in de Indische Oceaan december 2004, waarbij op één dag 300.000 mensen omkwamen. “HIV/aids inflicts the equivalent of a tsunami every month”!

Deze vergelijking bracht mij wel even van m’n stuk. Niets is te vergelijken uiteraard, elk mensenleven dat verloren gaat, is een mens die betreurd wordt door zijn/haar geliefden. Elk sterven is een drama op zich. Maar deze getallen naast elkaar moeten je toch ook alarmeren. Wat de westerse wereld raakt, houdt ons onmiddellijk meer bezig dan alle drama’s op het Afrikaanse continent bij elkaar. Dat zegt iets over onze eigen belangen, beter: ons eigenbelang.

Wright schrijft hierover als hij het thema van het kwaad in de Bijbel bespreekt. De HIV-epidemie noemt hij als een voorbeeld van een humanitaire ramp, waarin dat kwaad met heel veel gezichten verschijnt. Het kwaad is een mysterie, dat het leven binnendringt en vernietigt. Het veroorzaakt fysiek lijden, angst en pijn. Het verspreidt zich op een ongrijpbare wijze, in het geval van HIV weliswaar vooral via seksuele contacten en promiscuïteit, maar in Afrika vooral ook door de masculiene dominantie en lust. Daarom is een kenmerk ook, dat vooral kwetsbare mensen, vrouwen en kinderen de echte slachtoffers zijn, zoals zo vaak in deze wereld. In Afrika lopen vrouwen en tienermeisjes vijf tot zes keer meer kans op infectie met HIV dan mannen, vooral door hun sociaal-economisch lage status. Het kwaad, in dit geval in de HIV-epidemie, is nietsontziend als het gaat om het treffen van onschuldigen en weerlozen. Het treft gezinnen die uiteen gerukt worden en gerund worden door kinderen omdat hun ouders weg of overleden zijn. Het kwaad in deze vorm verwoest de toekomst van jongeren en verdringt hoop door wanhoop. School, opleiding, werk raken voor velen buiten beeld. Het geestelijke drama is het ergst: angst, uitzichtloosheid, schuld, zelfhaat, wraakgevoelens, etc. Ook noemt Wright de structurele ongelijkheid tussen mensen, tussen sterk en zwak, rijk en arm, mannen en vrouwen, volwassenen en kinderen. Deze ongelijkheid doet zich ook voor op wereldschaal. De landen die het meest onder HIV te lijden hebben, zijn de armste van de wereld. Maatregelen tegen de epidemie worden gesmoord door gebrek aan middelen en corrupte regeringen. En het effect is de ontkenning: in die landen zelf, in de wereld, zelfs in de kerk. We hebben geen oog voor de immense nood en bestempelen vluchtelingen uit die gebieden gemakkelijk als ‘gelukszoekers’. We kijken weg, ook dat is een effect en kenmerk van het kwaad: we kunnen het niet aan, we willen het niet zien, we richten ons maar gauw op fijnere dingen.

Na deze intens trieste opsomming stelt Wright de vraag hoe juist de kerk en mensen die vanuit het evangelie naar de wereld kijken meerwaarde kunnen bieden. Wright somt opnieuw veel kenmerken op van hoe het kwaad is te weerstaan en te bestrijden. Het begint bij ieder die zich volgeling van Jezus noemt: kies resoluut voor de zorg voor ieder die lijdt en stervende is. Zet je in voor of steun elke zorg voor mensen wier leven op vele wijzen geteisterd wordt door complexe cumulaties van problematiek en ontwrichting. Investeer in educatie, voorlichting en onderwijs aan mensen die direct of indirect getroffen zijn door deze mega-infectie. Steun plaatselijke initiatieven, van kerken en andere organisaties die zich voor geïnfecteerden inzetten. Steun voorlichting aan mensen die leven in samenlevingen waarin men komt met cultureel-religieus onzinnige oplossingen (zoals het bijgeloof, dat seks met baby’s ze kan behoeden tegen infectie!!), waardoor het lijden alleen maar verergerd en verder verspreid wordt. Help mee om preventie en genezing te stimuleren. Sluit aan bij initiatieven op politiek en bestuurlijk niveau. En pas in dat verband of in het verlengde van deze daadwerkelijke inzet kunnen christenen spreken van de hoopvolle boodschap van het evangelie, dat het einde van het kwaad verkondigt!

Getuigen zonder daden, zelfs daden die alleen tot doel hebben ten slotte toch tot getuigen te komen, vallen onder de verdenking van zielenwinnerij.

Hier moeten christenen uiterst terughoudend zijn. Hier ligt de grootste valkuil van gelovigen die zo dolgraag vooral willen getuigen. Getuigen zonder daden, zelfs daden die alleen tot doel hebben ten slotte toch tot getuigen te komen, vallen onder de verdenking van zielenwinnerij. En wat mij betreft terecht. In de Bijbel gaat het allereerst en vooral over goed doen, aan iedereen. Dat is Jezus volgen: niet goed doen op voorwaarden of met verborgen agenda’s van mensen willen bekeren, maar goed doen zonder meer. Zonder ‘meer’, dus.

Zo sta ik vandaag stil bij 9/11: het kwaad is grotesk, een monster dat in vele gedaantes verschijnt. Of het nu gaat om het verwoesten van mensenlevens door terreur, of om kapotte levens door zo’n HIV-epidemie. Moeten we verschil maken tussen wat mensen doen (terroristen) of wat rampen zijn die nu eenmaal gebeuren? Het gaat zo vaak samen, het kwaad is vaak verweven, zoals ook recent bleek tijdens een indrukwekkend interview met Ginny Mooy, die jarenlang in Sierra Leone werkte en daar het ebola-drama meemaakte (terug te luisteren bij De Nieuws BV van BNN/VARA, Radio 1). Haar bewogen en bevlogen verhaal gaat over die alles verwoestende cocktail: een dodelijk virus, een afschuwelijke ziekte, in combinatie met corrupte overheden en selectief geïnteresseerde westerse media.

Daarom is het kwaad een gruwelijke werkelijkheid, waar naar mijn overtuiging geestelijke, demonische machten en krachten in aan het werk zijn. Het kwaad is zwart, destructief, vervuld van haat tegen mensen. Ik geloof. Ik geloof in de mens. De mens als waardevol en uniek schepsel van God. Ik geloof dus in God die mensen naar zijn beeld maakte. God is de humane God, wie in hem gelooft vecht voor een humane wereld. God werd zelf een mens: Jezus Christus. Hij ging zelf aan het kwaad ten onder. Maar hij stond er uit op. Zijn overwinning luidt het einde van het kwaad in (Beatrice de Graaf: Heilige Strijd). Dat geloof houdt mij overeind in een chaotische wereld, in een wereld waarin het kwaad een monsterlijke realiteit is. Ik heb hoop, niet omdat mensen zelf het kwaad eens zullen overwinnen, nee, daar geloof ik helemaal niets van. Wie het nieuws volgt, moet wijzer zijn. Nee, het kwaad is te groot voor mensen. Maar niet voor Jezus die het overwon. En die op een goede dag komt, om af te rekenen met alle kwade machten. Goddank, er komt een keer een eind aan. Geloof het of niet. Zonder dat geloof zou ik niet kunnen leven.

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *