Notice: Functie _load_textdomain_just_in_time werd verkeerd aangeroepen. Vertaling laden voor het hueman domein werd te vroeg geactiveerd. Dit is meestal een aanwijzing dat er wat code in de plugin of het thema te vroeg tegenkomt. Vertalingen moeten worden geladen bij de init actie of later. Lees Foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 6.7.0.) in /data/www/pastorklaas.nl/www/wp-includes/functions.php on line 6114 Gods gevecht met een dienstweigeraar – Preek over Jona 2 – Pastorklaas.nl

Gods gevecht met een dienstweigeraar – Preek over Jona 2

Deze preek werd gehouden in het kader van een adventsserie met het thema “Gegrepen door Gods liefde” (december 2017)

 

“Ik ben twee, en ik zeg… nee!” Heel wat vaders en moeders zullen dit herkennen. Nee: het eerste woord dat jouw peuter leert (na mama, papa… hoop ik…)! Jona is net zo’n eigenwijs kind: Jona moest naar Ninevé, maar Jona die zei nee!

Er zijn verschillende opvattingen over de betekenis van dit verhaal in de Bijbel. Waar gaat het over? Over Gods gevecht met een koppige profeet, zegt de één. Over Gods liefde voor alle mensen, ook niet-gelovigen, zegt een ander. Waarom niet beide?

God redt zijn tegenstribbelende profeet, omdat hij alle mensen redden wil.

Jona bidt vanuit zijn diepe nood (1); Jona dankt voor zijn wonderlijke redding (2).

1

Er zijn natuurlijk uitleggers, die niet aanvaarden dat dit verhaal echt gebeurd is. Overleven binnen in een of ander groot zeedier: onmogelijk! En dan dit gebed: allemaal Psalmcitaten, het moet later ingevoegd zijn. Ik wil aan beide kwesties niet veel woorden besteden. Want hoe het ook zit, ik geloof in een grote God. Hij doet dingen die niet kunnen. Ik vertrouw me graag aan hem toe.

En dat deed Jona ook maar al te graag! Want hij zat diep in de penarie. En ja, dit gebed is een literair gecomponeerd lied. Het bestaat uit Psalmteksten. Het moet dus zeker later geschreven zijn (waarschijnlijk door iemand anders dan Jona zelf). Toch is het een gebed van een mens in diepe nood. Van iemand die totaal vastgelopen is en die de dood in de ogen ziet. Zoals het ook voor Jona was: U slingerde mij de diepte in, naar het hart van de zee.

Zo kan het voelen, ook voor jou en mij, als je er ineens totaal alleen voor staat. Alle steun en hulp van mensen vallen weg. Of je krijgt een rotbericht van de dokter: geen genezing mogelijk, een lange weg te gaan… Je huwelijk loopt vast, je zit tegen een burn-out aan. Je voelt je machteloos, alleen gelaten. Ja, alleen gelaten door Gód, zo voelt dat!

En dat is wat Jona hier zegt: u slingerde mij de diepte in… Mensen kunnen mooi praten: het komt goed, hou vol, God is er… Jij ervaart alleen die peilloze diepte. Dat is het gevoel van deze psalm, waarin we ook Psalm 42 horen: zwaar slaan uw golven over mij heen… Uw golven: de klappen die je krijgt, voelen als klappen van Gód!! Gód laat me in de steek, zo voelt dat. Dat is wat Jona uitschreeuwt: Ik dacht: verstoten ben ik, verbannen uit uw ogen. Dat is de crisis van je geloof, als je in zo’n diepe put belandt. De crisis is niet maar dat je ziek wordt, je baan kwijtraakt, of je geliefde verliest. Nee, het is dieper: het gaat over Gód. Had hij het niet anders kunnen organiseren? Hij die machtig is?!

Ik weet niet of je dit soort vragen herkent, ik hoor ze vaak! En wat moet ik dan zeggen? Kop op? God is je echt niet vergeten? En dat soort gemakkelijke zinnetjes? Wat voelde Jona? Het water stijgt tot aan mijn lippen, muren van water storten op mij neer, zeewier (..) verstikt mij. Ik zink tot de bodem, waar de bergen oprijzen, naar het rijk dat zijn grendels voorgoed achter mij sluit. Ik moest denken aan de bemanning van die vermiste onderzeeër. Als ratten gevangen, op de bodem van de zee. Een gevangenis: tonnen zeewater boven je, het gevoel dat je nooit meer boven zult komen. Geen weg meer terug, het absolute einde.

Wat doe je dan, wat kun je nog? Niets dan alleen een schreeuw uit de diepte: uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp! Hier herken je Psalm 130. Machteloos roepen, meer niet. Heus geen rustig gebed, op je knieën voor je bed. Nee, het stormt in je, vragen, klagen, wanhoop, verwarring, angst.

Wat moet ik dan zeggen? Ik zeg dit (vers 9): Zij die armzalige afgoden vereren, verlaten u, trouwe God. Armzalige afgoden; er staat: goden die niets zijn, lucht. Daarmee zet de dichter van dit lied ons voor de keus. Wat wil je: bouwen op lucht? Dat is het als je vertrouwt op geld, dokters, goedwillende mensen. Dan ‘verlaat je de trouwe God’, lees je hier. Letterlijk staat er: “wie goden van niets vereren, ontzeggen zich Gods genade”. Of: “verlaten de God van liefde”.

Is dat misschien een stukje van een antwoord, aan mensen die zich van God verlaten voelen? Deze vraag, die de storm in jouw hart misschien in één klap stil zet? Wat wil jij: bouwen op lucht, vertrouwen op niks? Zou het dán misschien ineens tot je kunnen doordringen? Niet God heeft mij verlaten…; ik ben het die Gód verlaat! Ik die alleen de angst zie, angst die mijn hart blokkeert.

2

Dat is tot Jona doorgedrongen. Wanneer is moeilijk te zeggen. Het reusachtige zeedier slokte hem op, en spuwt hem uit. Daartussen voegt de auteur dit psalmengebed in. Want hij spreekt in tegenwoordige tijd, als hij het heeft over God die zijn gebed hoort! Al direct in vers 3: In mijn nood roep ik de HEER aan en hij antwoordt mij (Psalm 18, 6/7; 50,15). Uit het rijk van de dood schreeuw ik om hulp – u hoort mijn stem! (Psalm 116, 3/4). En vers 7: U trekt mij levend uit de dood omhoog, o HEER, mijn God! En 8: Nu mijn levensadem mij verlaat roep ik u aan, HEER, en mijn gebed komt tot u in uw heilige tempel (Psalm 18,7).

Bidt hij dit in de tempel? ‘Heilige tempel’, dat is zoiets als: Gods hoge troon, Gods glorie en licht. Deze mens in nood gelooft: mijn gebed bereikt de hemel, Gods huis van licht. Dit gaat over Gods Geest. Als je bidt, is het de Geest, die maakt dat je maar niet in de lucht schreeuwt. Gods Geest draagt jouw gebeden omhoog. Als de woordloze verzuchtingen waarover Paulus spreekt in Romeinen 8,26. Gods Geest is dat God online is, dat jij bereik hebt, verbonden bent.

Zal Jona dit danklied zelf gezongen hebben? Het lijkt er meer op, dat iemand het Jona-verhaal later heeft opgeschreven. En hier dit danklied invoegt. Jona zelf was niet zo hooggestemd. Hij wordt uitgespuwd, moet alsnog naar Ninevé, en ligt weer in de clinch met God. We zullen dat nog zien, in hfdst. 3 en 4: hoe bitter, cynisch hij is, als God de stad toch redt. Jona is het er niet mee eens, hij kan Gods goedheid niet aanvaarden.

Nee, dit danklied is geen weergave van Jona’s echte geestelijke gesteldheid. Hij was vast dankbaar dat God hem uit die benauwde maag van een zeedier verloste. Maar dat hij toen alsnog de mensen in Ninevé moest waarschuwen, dat ging niet van harte. Dit lied is dus meer een danklied van Gods volk, gezongen in de tempel. Met de Jonageschiedenis in het achterhoofd zongen ze dit: Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en u offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt!

Het is de HEER die redt, daarmee eindigt het. Een geloofsbelijdenis van Gods volk. Van mensen die vast zaten in zonde en dood. Maar die door hem uit die diepte zijn gered. Dat deed hij met de Israëlieten, dat doet hij met ons. Jona’s verhaal wordt in het Nieuwe Testament beeld van de verlossing door Jezus Christus. Hij was ook drie dagen en drie nachten in de buik van een onderaards graf (Matteus 12,40). Voor u, jou en mij ging hij door de storm, van Gods toorn en straf. En Jezus was geen dienstweigeraar, zoals Jona. Hij gaf zijn leven voor dienstweigeraars: u, jou, mij.

God spaarde Ninevé, maar zijn eigen Zoon werd verzwolgen in de golven van Gods toorn. En het graf spuwde hem uit, op de derde dag. Geloof je in deze levende Heer, dan wordt zijn leven jouw leven. Dat is het antwoord op die vraag: God, waar bent u dan toch? De diepste crisis van je leven is niet die ziekte, die eenzaamheid, dat verdriet. Het is dat wij verloren mensen waren. Die gedoemd waren voor eeuwig weg te zinken naar de bodem van de oceaan. Als God ver weg is, dan ervaren we die nood. En dan kan hij alleen nabij komen, als je Jezus ziet. Die voor jou door de diepte ging, door God zelf verbannen naar de duisternis van de hel. Kijk in jouw nood naar hem, in wie je Gods liefde ziet. Houd je vast aan hem, die jou een nieuw leven geeft. Bevrijd van zonden, geheeld van je wonden, vernieuwd in hem. Als je dat gelooft, kun je met dit Jona-lied zingen: “het is de HEER die redt”! Het is de Heer Jezus, hij alleen, die jou zicht geeft op herstel, vrede, hoop. Wat is je leven in hem veelbelovend! Ga mee met Jezus, en je komt boven water!

 

Amen.

 

Jona 2 Jona 2

 

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *